Denkfouten: Wie heeft het gedaan?
Door: Martine Kamphuis op 5 maart 2015

Stel je voor dat je een belangrijk sollicitatie gesprek hebt, ’s ochtends rond een uur of tien. Om te zorgen dat je je niet verslaapt zet je meerdere wekkers en je vertrekt extra vroeg, maar als je de straat uit rijdt, ontdek je een vlek op de mouw van je jasje. Je haast je terug naar huis, waar je een ander colbert vindt, die niet helemaal past bij de kleur van je blouse, dus daar moet ook een andere exemplaar van komen, waar vanwege kreukels ook nog even de strijkbout overheen moet. 

Tegen de tijd dat je de straat opnieuw uitrijdt, is de voorsprong die je voor jezelf georganiseerd had verdampt. Onderweg zit gelukkig alles mee, geen files of wegomleidingen, maar op de plaats van bestemming blijkt de parkeerplaats vol. Je twijfelt, kan je het maken om op een invalidenplek te gaan staan? Dan zie je een stijlvol geklede vrouw, een concurente misschien, tussen de auto’s door lopen. Ze richt haar sleutel op een auto in het volgende pad. Vlug rijd je er heen, alleen blokkeert de dame je als ze haar auto uit de parkeerplaats draait en net voordat ze wegrijdt, pikt iemand anders het plekje in. Als je even later twee straten verderop geparkeerd hebt, zie je op je horloge dat je nog steeds op tijd kan komen, al zal er geen tijd meer zijn om even langs het toilet te gaan voor een laatste check in de spiegel. En dan begint het opeens hard te regenen. 

De meeste mensen die aan een vriendin of geliefde vertellen over deze ochtend, zullen naar hartenlust klagen over hun pech. Waarom overkomt dit mij, zullen ze misschien verontwaardigd vragen, alsof er een of andere hogere macht is die het op hen gemunt heeft.

Wanneer iemand geneigd is de oorzaak van gebeurtenissen buiten zichzelf te leggen, en negatieve zaken te wijten aan een niet deugende baas, een partner die verkeerd reageert, een onrechtvaardig lot of een straffende god, spreken psychologen van een ‘externe locus of control’. Mensen die op die manier naar de werkelijkheid kijken, nemen weinig verantwoordelijkheid voor de dingen die mis gaan, ze beleven zichzelf als slachtoffer van omstandigheden en lopen het risico verongelijkt door het leven te gaan. 

Martha Beck, schrijfster van ‘Essays for creating your right life’, schrijft dat de vraag ‘waarom overkomt dit mij?’ op twee manieren gesteld kan worden. De eerste is klagend, een als vraag vermomd verwijt aan omstandigheden die niet willen deugen. De tweede manier is nadekend, de spreker vraagt zich af wat hij of zij zelf anders had kunnen doen. Mensen die de vraag zo stellen, hebben een ‘interne locus of control’, die zijn op zoek naar wat ze zelf mogelijk anders hadden kunnen doen. Zij hebben een grotere kans op een gelukkig leven, want als je op zoek gaat naar de dingen waar je invloed op kunt hebben, heb je meer het gevoel dat je aan het roer van je leven zit en zal je ook regelmatig iets aan je ‘lot’ kunnen veranderen. 

Hoe zit het met personages in thrillers? Misdadigers hebben vrijwel altijd een solide externe locus of control: ze voelen zich tekortgedaan en benadeeld. Het lijkt logisch dat hun tegenhangers, de ‘good guys’, stevig aan het roer van hun eigen leven zouden staan, maar niets blijkt minder waar. Trefzeker opererende, 007-achtige helden zijn een zeldzaam verschijnsel in het genre van het spannende boek.  

Is dat omdat de schrijvers het niet anders kunnen, of doen die het omdat lezers het zo willen?


Martine Kamphuis



Martine Kamphuis is schrijfster van psychologische thrillers en kinderboeken. In oktober 2014 verscheen Alibi, het eerste boek in een reeks rondom psychologe Wynona Post. Dagblad Trouw schreef over dit personage: ‘…de sympathieke heldin WP is een aanwinst voor de Nederlandse thriller.’



Bezoekersreacties:
Website Security Test