Hoe ver gaat fictie?
Door: Marelle Boersma op 1 mei 2020

Marelle Boersma is altijd druk bezig met van alles dat met schrijven te maken heeft. 
Haar ik-vertrek-thriller Chateau de Provence is een groot succes en dit geldt ook voor de opvolgers Ciao Sicilia en Terug naar Cornwall. Het is niet voor niets dat Marelle Boersma een ik-vertrek-thriller heeft geschreven. Zij weet als geen ander hoe het is om een bestaan elders van de grond af op te bouwen. In haar maandelijkse column vertelt Marelle over haar schrijfbelevenissen...







De wereld is veranderd. Sinds de Corona-uitbraak zijn nieuwe woorden ontstaan, die we nu zonder enige hapering in gesprekken gebruiken: 1,5 meter-maatschappij is er één van. Corona beperkt ons leven, of je wilt of niet. Maar in mijn vertrekthrillers vertrekken Nederlanders nog steeds naar het buitenland alsof er geen enkele crisis is, want zij leefden in een andere tijd, toen alles nog normaal was.
  Als lezer vind ik het heerlijk om via verhalen even te vertrekken uit deze Corona- wereld, waarin ik mijn familie niet meer mag bezoeken, en ik alleen maar kan videobellen om contact te houden. Lezen geeft me een ticket weg uit de echte wereld. Even doen alsof er niets aan de hand is. Lekker vertrekken met Anne of Jill, naar Sicilië of Cornwall. Ik denk graag terug aan de researchreisjes toen ik dwaalde door de smalle straatjes in Modica of over de hoge kliffen bij het Minack Theatre. Ik voel zelfs de zon weer branden en waan me nog even op vakantie. 

Maar als schrijver worstel ik met hele andere zaken. Ik ben begonnen aan een nieuw verhaal over Emma die naar de Moezelstreek vertrekt. Het is een populaire wijnstreek waar ik graag wil gaan rondkijken, maar waarvan ik noodgedwongen mijn researchtrip uitgesteld heb. Gelukkig ben ik eerder in die streek geweest, zodat ik toch gewoon kan beginnen met schrijven.  
  Maar ineens schreef ik iets waardoor ik direct uit mijn verhaal getrokken werd. Hij gaf haar een krachtige handdruk.
  Shit. Dat kan niet meer. Nu in ieder geval niet. Maar hoe gaat het straks? Is het het nieuwe normaal om straks afstand te houden en geen handen meer te schudden? Moet ik als schrijver daar nu al rekening mee houden? Geen dikke pakkerd op een wang, geen hand op je arm, geen arm om je schouders. Is het dan alleen al bedreigend als iemand in je nek hijgt? 
  Ik worstel nu met een dilemma. Als een verhaal in 2020 speelt, kun je niet om Corona heen. Iedereen heeft ermee te maken. Het virusspook waart door ons leven en zet het op de kop. Maar moet ik dat opnemen in mijn verhaal? 
  Eenzelfde dilemma speelde me parten toen de mobiele telefoon in opmars was. Iedereen was opeens overal bereikbaar. Dat zorgde voor nieuwe uitdagingen voor mij als thrillerauteur. 

De wereld blijft veranderen, of we het leuk vinden of niet. Toch vraag ik me af of lezers de huidige beperkingen in boeken willen terugzien. Of dat ze liever gewoon vertrekken naar een wereld die een schrijver mag scheppen. Kan ik Corona gewoon negeren? Of worden mijn verhalen spelend in de onbeperkte wereld straks afgedaan als ongeloofwaardig. 
En ineens blokkeert dit dilemma mijn schrijven. Want hoe ver gaat fictie?

Marelle Boersma

De vertrek thriller Terug naar Cornwall is in maart 2020 verschenen. Voor meer over de ik-vertrek thrillers en de achtergronden hiervan ga naar www.marelleboersma.nl



Bezoekersreacties:
Jeanet Tiemessen (57) op 7 mei 2020:
Ik zou voor de middenweg gaan en dan afhankelijk van de persoon om wie het gaat. Hoe 'dicht' staat hij bij de persoon in kwestie? Familie, goede vriend of een bekende? En die drie dikke zoenen van soms vrijwel onbekenden vond ik toch al niet echt wat ;o)

Lisette Dröge (64) op 1 mei 2020:
Hoi Marelle, Ik zou de middenweg kieze, omdat iedereen behoefte blijft houden aan fysiek contact. Dus geen handdruk, want dat doe je meestal met mensen die verder van je af staan. Maar bijvoorbeed wel die hand op de arm bij degene die bij jou woont. Verder zou je meer expressie kunnen gebruiken doormiddel van handkus ofzo. Of een hartje met de handen maken.

Website Security Test