De val
Door: Anita Kroef op 18 augustus 2018

Sjaak  


Wat was het hier toch heerlijk. Sjaak genoot er erg van, weer eens net zoals vroeger, in de ochtend door de weilanden en de bossen achter het huis te lopen. Alleen het gefluit van de vogels en af en toe het geknap van een brekend takje onder zijn schoenen, verbraken de stilte. Een half jaar geleden was hij weer bij zijn oude moeder komen wonen in hun oude boerderij op het Brabantse platteland, ver weg van alle stadse drukte. Maar de rust was niet de reden geweest om terug te komen. Nee, dat was uit bittere noodzaak. 
   Sinds hij vorig jaar zijn baan als boekhouder bij een groot transportbedrijf was kwijtgeraakt, was het bergaf gegaan met Sjaak en met zijn huwelijk. Vooral toen het moeilijk bleek te zijn een nieuwe baan te vinden. En toen hij uiteindelijk als bezorger bij een koeriersbedrijf aan de slag kon, was dat voor zijn vrouw Miranda te min geweest. Ze keek hem op andere manier aan, teleurgesteld en neerbuigend, alsof ze geen respect meer voor hem had. Steeds vaker hadden ze woorden, soms om de kleinste dingen. Na de zoveelste ruzie en de daarop volgende oorverdovende stiltes, leek een scheiding de enige uitweg. 
   Maar de scheiding kostte hem klauwen vol geld. Zonder enige wroeging had Miranda met de hulp van een dure advocaat een forse alimentatie weten af te dwingen. En als hij die niet op tijd betaalde zou hij zijn kinderen niet meer zien, dat had ze hem wel duidelijk gemaakt. Zijn twee dochters Lisa en Tine waren hem het liefste ter wereld. Lisa van zeven was zijn engeltje, zoals ze altijd liep te zingen en dansen. Al was dat na de scheiding wel wat minder geworden. Tine van tien was veel serieuzer en altijd in de weer om voor iets of iemand te zorgen. Ze nam het op voor de kinderen die gepest werden en nam gewonde vogeltjes mee naar huis. Het stond voor Sjaak vast dat hij er al het mogelijke aan zou doen, te zorgen dat de schaarse zaterdagen die hij met de twee meisje had, hem niet ontnomen werden. 

En zo was het allemaal begonnen. Het leek zo simpel in het begin. Die oude schuur achter de boerderij van zijn moeder stond toch maar leeg. En ‘een vriend van een vriend’ had tijdelijk wat extra opslagruimte nodig. Hij had er geen kwaad in gezien, of beter gezegd, niet willen zien. Want als hij eerlijk was, had hij heus wel geweten dat dit geen zuivere koffie kon zijn. Wie betaalde er nu € 500,- huur per maand voor een achteraf gelegen oude vervallen schuur? Maar ja, hij kon het geld goed gebruiken en hij had zijn oogkleppen opgehouden.

Moeder  

Zo had ze hem al lang niet meer gezien, haar zoon Sjaak. Zoals hij daar door de velden achter haar boerderij liep, zo vol veerkracht. Dat was wel anders geweest, toen hij met zijn ziel onder zijn arm was thuis gekomen. Baan kwijt, huwelijk kapot en steeds verder oplopende schulden. Maar bij zijn oude moeder kon hij altijd terecht. 
   En toen kwam hij met de vraag of hij de oude kalverschuur een tijdje zou mogen verhuren. Die stond toch maar leeg en het zou hem wat extra geld opleveren. Ze had geen ‘nee’ tegen hem willen zeggen. Ze wist van zijn schulden en de hoge alimentatie en hij maakte al zoveel overuren om ze te kunnen betalen. Nee, ze had het hart niet gehad hem dit te weigeren. Maar van die beslissing had ze al snel spijt gekregen. 
   Al meteen werden er nieuwe sloten op de schuurdeuren geplaatst en er werd zelfs een alarminstallatie aangebracht. Enkele dagen later kwam ’s avonds laat een vrachtwagen om spullen te lossen. Dat was vreemd, want wat voor een bedrijf leverde ’s avonds na elven nog spullen af? En dan zag ze die dure SUV het erf opkomen met twee mannen er in. Een ervan in een netjes kostuum. Die kwamen heus niet om te helpen bij het uitladen van de spullen. Het zat haar al meteen niet lekker. 

Sjaak 

Zo simpel als het begon met de verhuur van de oude schuur, zo eenvoudig bleef het echter niet. De ‘vriend’ wilde steeds meer. De plantjes moesten verzorgd worden, dat was niet veel werk.  'Eén keer per dag controleren of alles nog in orde is en zorgen dat het reservoir met water en voedingsstoffen gevuld blijft.' Maar dat ging Sjaak te ver, had hij gezegd. Hij verhuurde alleen de schuur en wat er daarbinnen gebeurde, daar had hij niets te maken. Tot een ander ‘vriendje’ bij hem langskwam. De Bullebak, zo noemde Sjaak hem bij zichzelf, want hun echte namen kende hij niet. Tegen zijn moeder had hij gezegd dat hij op het werk een ongelukje had gehad. Iets met dozen die van een heftruck gevallen waren. Maar toen ze hem die avond telkens indringend aankeek, moest hij zijn blik afwenden.
   Enkele weken later kwam de ‘vriend’ kwam nog eens langs. Sjaak had toch zo’n handige bestelwagen van zijn baas in gebruik? Daarmee kon hij ook vast wel eens een extra pakketje wegbrengen? Nee, had hij gezegd. Dat kon echt niet, zijn baas zou het merken. Hij had een track and trace systeem in zijn auto, waarmee zijn baas precies kon zien waar hij was.  
   En toen had dat pakje voor hem bij de post gezeten. Sjaak had er meteen al een onheilspellend gevoel bij gekregen, maar toen hij het opende schrok hij toch. De knuffel van zijn jongste dochter Lisa en een foto van de beide meisjes op weg naar school zaten er in, verder niets. Zelfs geen briefje. Het leek of hij stikte, of er een strop om zijn hals zat en dat deze steeds strakker werd aangetrokken. Hij zat in de val en hij was er zelf met open ogen ingetrapt. Hoe had hij toch zo stom kunnen zijn? 

Moeder  

Het was een druilerige vrijdagavond in maart en het had al dagen geregend. Soms viel er zelfs nog wat natte sneeuw. Het was druk op de wegen en Sjaak had gebeld met de boodschap dat hij laat thuis zou zijn. Zijn baas had nog een extra ritje voor hem en hij kon de overuren goed gebruiken. Ja, ja had ze gezegd, ze begreep het. En of ze het begreep, veel beter dan Sjaak kon denken. 
   Terwijl ze het stoofvlees met boontjes met aardappelen voor haar zoon in een schaaltje schepte om warm te houden, hoorde ze een auto naar de schuur achter het huis rijden. Ze liep naar een van oude stalraampjes aan de achterzijde van de boerderij en keek naar buiten. 
   Het was de zwarte SUV met de ‘vriend’, vergezeld door de gespierde bullebak die haar zoon bedreigd had. Niet dat Sjaak haar dat verteld had, nee het was een ‘ongelukje’ op het werk geweest. Maar zij was zijn moeder, ze voelde direct aan dat er wat anders aan de hand was.     Terwijl ze vanachter het raampje naar buiten keek, zag ze de beide mannen naar de schuur lopen en de zware schuurdeur openen. Even later liepen ze, druk pratend, weer terug naar hun auto. Voordat hij weer instapte, haalde de bullebak iets uit zijn binnenzak. Hoewel het al schemerig was, kon Moeder goed zien wat het was. Een pistool! Voor wie zouden ze dat bij zich hebben? Ze werd koud vanbinnen en sloeg haar handen voor haar mond. Het antwoord op die vraag was haar maar al te duidelijk. Voor Sjaak. 

Sjaak 

De afgelopen weken waren rustig verlopen. De meisjes hadden een paar dagen vrij gehad omdat het carnaval was en ze hadden zelfs een paar dagen bij Sjaak en zijn moeder op de boerderij gelogeerd. Samen hadden ze spelletjes gespeeld en gewandeld. Met de hulp van hun oma hadden ze als afscheid een lekkere appeltaart gebakken. Sjaak had nu al een tijdje niets meer van zijn ‘vrienden’ gehoord en reed ontspannen door, ondanks het maartse regenweer. 
   Maar later die middag, toen hij naar zijn auto terugliep na het afleveren van een bestelling bij een van zijn vaste klanten, stonden ze daar ineens weer. De ‘vriend’ drukte een pakje in zijn handen. Dat moest vandaag nog naar de haven in Rotterdam. Sjaak zou daar een envelop mee terug krijgen, die hij vanavond in de schuur weer aan zijn ‘vriend’ moest afgeven. Zijn maag kromp ineen en Sjaak voelde zich misselijk worden. Plotseling waren alle spanningen en ellende weer in hun volle omvang bij hem terug. 

Moeder  

Ze leken haar nooit te zien, die ‘vrienden’ van haar zoon. Ze was maar een fragiele oude vrouw, niet meer zo goed ter been en ze leefde bijna als een kluizenaar. Ze dachten dat zij niets in de gaten zou hebben. En als dat wel zo zou zijn, wat kon zij dan voor kwaad? Met haar hielden ze geen rekening. Maar je moest je niet vergissen in Moeder. Ze werkte nog dagelijks op haar boerderij en weer of geen weer, elke ochtend fietste ze in alle vroegte naar het dorp voor haar boodschappen. Ze was veel sterker dan ze eruit zag. 
   En zo kwam het dat ze stilletjes het donkere pad afliep, langs boerderij naar de schuur en naar de betonnen deksel van de oude mestput die tot net achter de schuurdeur doorliep. Met grote inspanning trok ze aan de klemmende vergrendeling van de put. Die was al jaren niet meer open geweest. De vloer om de put was glibberig en ze moest goed opletten dat ze niet uitgleed. Net toen ze dacht dat het niet zou gaan lukken, schoot de hendel los. Voorzichtig tilde Moeder de zware deksel op. Stukje voor stukje en schoof ze de deksel over de rand van de put, totdat hij er helemaal naast lag. 
   Vroeger had ze dit altijd al een gevaarlijke plek gevonden voor een put, zo vlak achter een deur. Steeds weer had ze haar kinderen gewaarschuwd uit de buurt te blijven, vooral als hij open lag om de drijfmest op te zuigen in de blubberton. Door de aanhoudende regen in de afgelopen weken stond de put vol water en de oude aangekoekte mest, leek erin opgelost te zijn. De penetrante geur van de oude drijfmest sloeg in haar gezicht, maar ze besteedde er geen aandacht aan. 
   Het geluid van het schuivende beton klonk luid in de avond en was ook duidelijk te horen in de SUV. De beide mannen stapten uit en liepen naar de ingang van de schuur. Achter de schuurdeur had Moeder zich verborgen. Ze hield haar adem in en ze drukte zich zo plat mogelijk tegen de muur. Het gebonk van haar hart klonk zo luid, dat ze bang was dat de mannen het zouden horen. Zenuwachtig hoorde ze de voetstappen dichterbij komen. Voor alle zekerheid had ze de kleine handbijl meegenomen die ze gebruikte om het hout voor de kachel klein te hakken. Met haar bezwete handen hield ze het handvat van de bijl stevig vast, klaar voor gebruik. 
   De mannen keken behoedzaam om zich heen. Vooraan in de schuur was het aardedonker, maar door het plastic zeil dat halverwege de schuur hing, scheen vaag wat licht van de groeilampen. Voorzichtig liepen ze een voor een naar binnen. Eerst de bullebak en direct daarachter de ‘vriend’. 
   Terwijl ze nog snel een schietgebedje deed en denkend aan haar zoon en zijn kinderen, duwde Moeder met alle kracht in haar tengere lijf, de schuurdeur met een grote klap dicht. De beide mannen hoorden de deur wel komen, maar ze konden geen kant op. Met een harde klap sloeg de zware staldeur tegen hen aan en voor ze het goed en wel in de gaten hadden vielen ze beiden voorover de betonnen gierkelder in. 

Sjaak  

Met haar bijl in aanslag stond zijn moeder in deuropening van de schuur boven de openliggende put. Terwijl ze nauwlettend de diepe put in de gaten hield, probeerde ze de betonnen putdeksel weer terug op zijn plaats te krijgen. Maar ze stond te trillen op haar benen en het leek of ze boven de put in elkaar zou zakken. Vanuit de diepe kelder hoorde Sjaak een zwak geschraap, het leek alsof er iemand langzaam naar boven klom. “Stomme trut! Hier zal je nog spijt van krijgen!” hoorde hij een bekende stem vloeken en tieren.
   ‘Kom Moeder, ik leg die betonnen deksel er wel weer op. Ga jij maar naar binnen.’ 
   Langzaam kwam zijn moeder overeind en keek Sjaak opgelucht aan. ‘Dat is goed jongen, maar zorg wel dat je de vergrendeling dan weer stevig dicht doet. En kom daarna maar snel naar binnen, want ik heb het eten voor je warm gehouden. ‘ 

In alle stilte at Sjaak zijn avondeten. Ondanks de heftige gebeurtenissen van die dag, smaakte het opgewarmde eten hem erg goed. Hij voelde zich sowieso veel beter. Er was een zware last van hem afgevallen. ‘Morgen is het zaterdag Moeder. In denk dat ik dan vroeg opsta en net zoals vroeger weer eens een mooie wandeling ga maken door de velden en bossen, hier achter de boerderij.’ 

Anita Kroef

Anita Kroef (1969) was als kind al een echte boekenwurm. Ze schreef vooral gedichten, maar soms ook korte verhaaltjes. Ze was daar zoveel mee bezig, dat het beroepsadvies op de lagere school zelfs ‘schrijfster’ luidde. Sindsdien is ze altijd veel blijven lezen in allerlei genres, maar het schrijven is naar de achtergrond verdwenen toen studie, baan, relatie en een drukk sociale leven veel aandacht en tijd begonnen te vergen. De laatste tijd begint het schrijversvirus echter weer te kriebelen en allerlei ideeën borrelen al op. Voorzichtig is ze  begonnen om deze in een verhaal te gieten, maar ze is nog wel wat zoekende naar de schrijfstijl die bij haar past. Ze overweegt daarom een schrijfcursus te gaan volgen, ook om uit te zoeken op welk type verhaal of genre ze zich wil gaan richten.


Onlangs las ze een van de verhalenbundels van de Quillerz en dat was voor haar de aanzet om de knoop echt door te hakken. Ze is achter de computer gekropen en een verhaal gaan schrijven. Haar eerste echte pennenvrucht is deze Quiller geworden met als titel De val.



Bezoekersreacties:
Mieke (49) op 20 augustus 2018:
Ik ben nu al benieuwd naar het volgende verhaal........of een boek.

Anne (49) op 18 augustus 2018:
Een spannend verhaal in een herkenbare omgeving. Ik kijk uit naar het volgende verhaal.

Website Security Test