Geef de pen door...15
Door: Janneke Bazelmans op 7 oktober 2018

Geef de pen door... is een schrijfproject waarbij tien auteurs hun krachten hebben gebundeld om gezamenlijk een spannende vrouwenthriller te schrijven. Een idee dat spontaan is ontstaan en waar de tien auteurs enthousiast aan willen meewerken.

De auteurs die meedoen zijn: Gaby Rasters, Tamara Haagmans, Esther Boek, Janneke Bazelmans, Antoinette Kalkman, Tamara Onos, Saskia Oudshoorn, Barbara Sevenstern, Jojanneke Buschgens en Ingrid Mulder.

Elke twee weken zal er een vervolg verschijnen waarbij de auteurs uitgedaagd worden verder te schrijven op de gedeeltes die een andere auteur heeft geschreven. Het is een experiment en we zijn allemaal benieuwd wat voor verhaal hieruit gaat rollen... 
Lezen jullie mee?

Voor hoofdstuk 14 klik hier





Janneke Bazelmans is jurist, auteur en spreker. Zij combineert een juridische praktijk met onderzoek en publicaties, gericht op milieu, duurzaamheid en mensenrechten. In mei 2017 debuteerde zij met de ecothriller Verkapt (Godijn Pubishing). Een thriller die zich afspeelt in het hart van Indonesisch Borneo en de genadeloze palmolie-industrie blootlegt. Fictie gebaseerd op de rauwe randen van de werkelijkheid.

Momenteel doet zij research voor haar tweede thriller. Meer informatie over Verkapt: www.thrillerverkapt.nl

Hoofdstuk 15 - Janneke Bazelmans


1992 

Patrick knielt naast Monica. Hij trekt zijn T-shirt uit en probeert daarmee het bloeden te stelpen, maar het blijft uit de wond gutsen. Hij buigt voorover, zijn mond vlakbij haar linkeroor. 'Monica, hoor je me?' Zijn ogen schieten alle kanten op. 'Monica, kijk mij aan.' Hij schudt zacht aan haar schouders. 
   Sanne houdt haar adem in. 'Monica, hoor je ons?' Monica's ogen zijn halfopen. Blonde plukken haar bungelen aan weerszijden van haar gezicht. 
   Patrick duwt hard met zijn duim in de holte achter Monica’s sleutelbeen. Haar bh-bandje zakt af. Ze reageert niet. 'Ze is bewusteloos.' Hij kijkt naar Sanne. 'Doe je zaklamp aan. We hebben licht nodig.' Hij gaat achter Monica's hoofd zitten, legt zijn ene hand op haar voorhoofd, plaatst zijn wijs- en middelvinger van de andere hand aan de onderkant van haar kin en kantelt haar hoofd voorzichtig een stukje achterover. Hij houdt zijn oor nu vlak boven haar mond. Zijn blik gaat naar Monica's buik. 
   Sanne kruipt dichterbij en richt haar zaklamp op Monica. Ziet ze haar buik nu op en neer gaan? Haar hart bonkt als een gek. Alsjeblieft, laat alles in orde zijn. Ze drukt haar nagels in haar handpalm.
   Patrick blaast in Monica's gezicht. 'Een, twee, drie … ' Hij buigt nog dieper voorover. ' Acht, negen, tien.' Zonder Sanne aan te kijken, zegt hij: 'Ze ademt niet.' Hij legt twee vingers in haar nek, dan op haar pols. 'Geen hartslag.' Hij knijpt in haar neus. 'Please, Monica.'
    Even, misschien vijf seconden lang, denkt Sanne dat het een grap is, dat ze voor de gek wordt gehouden, dat ze met gelijke munt wordt terugbetaald. 
   'We hebben een ambulance nodig.' 
   Sanne voelt zich te verdoofd om iets te zeggen. Ze staart naar Monica. 
   'Maar het duurt veel te lang voordat ik bij een telefooncel ben,' zegt Patrick. 'Of bij een huis.' 
   Sanne voelt het zweet in haar nek lopen. Koud zweet. Het dichtstbijzijnde huis is zeker een half uur lopen. Verdorie, waarom zijn ze ook zo diep het bos ingegaan? 
   'We moeten het zelf doen.' Patrick gaat op zijn knieën naast Monica zitten, legt haar hoofd weer recht, plaats zijn hand in het midden van de borstkas, de andere hand erop en haakt zijn vingers in elkaar. Dan duwt hij op haar borstkas. Hij blijft maar doorgaan; op en neer, op en neer. Sanne durft niets te zeggen, bang het ritme te verstoren.
   'Haar bloed moet weer gaan circuleren.' Het zweet loopt van zijn voorhoofd. 'Kom op, Monica.' Dan kantelt hij haar hoofd, brengt haar kin omhoog, knijpt haar neus dicht, brengt zijn mond naar de hare en blaast er rustig lucht in. Ondertussen kijkt hij naar Monica's borst.
    Sanne bijt op de knokkels van haar hand. Het moet lukken. Het moet. 
   'Verdomme, Monica.' In Patricks ogen leest ze paniek. Dan laat hij zich opzij vallen. Met zijn vuisten slaat hij op de grond.
   'Patrick, nee niet stoppen, ga door!' 
   'Ze is dood.'
   De woorden komen vertraagd bij haar binnen, tollen door elkaar heen en vliegen weg in de nacht om in een niemandsland neer te dalen.   
   'Ze is dood, Sanne.' Hij strijkt over Monica's ogen zodat ze helemaal gesloten zijn. 
   Het bloed suist door haar oren, door haar hoofd, rondjes, almaar rondjes, het kan niet weg, circuleert naar overal in haar lichaam. Haar lijf gaat ontploffen. Ze hoort geschreeuw uit haar binnenste komen. 
   Patrick staart haar secondenlang aan en fluistert: 'Wat is er gebeurd, Sanne?'
   Een spel. Het begon toch allemaal met een spel? In haar hoofd speelden ze een spel. Wie had besloten dat betekenisloze opdrachten waren overgegaan in de ultieme wraakactie? Het was echt een spel. 'Een spel! Een spel!' De woorden galmen in de duisternis. Haar mond is droog, haar keel brandt. Ze ontneemt zichzelf de adem. Als Monica niet meer ademt dan zij ook niet. Ze voelt haar hoofd zwaar worden. Concentreert zich op haar neus. Die kan ze uitschakelen, dat doet ze ook bij de stank in de badkamer als haar broer weer eens heeft zitten schijten. Ze heeft het gevoel dat haar keel wordt dichtgeknepen. De grond wijkt onder haar voeten. 
   'Sannneeee, nee!'  

Als ze bijkomt ligt haar hoofd in Patricks schoot. Ze voelt een hand over haar wang strijken, over haar voorhoofd, haar haar. Ze schiet overeind. Het maanlicht schijnt precies op de steen en Monica ligt vol in de schijnwerpers. 
   'Misschien is ze niet dood. Jij zegt dat ze dood is. Hoe weet je dat? Je zegt maar wat.' Ze kruipt naar Monica toe. Haar wang voelt koud aan.
   'Ze heeft geen hartslag, ze ademt niet. Ik zit al sinds mijn veertiende bij de jeugdbrandweer en heb allerlei EHBO-diploma's. Geloof me, die val is haar fataal geworden. Hij haalt een pakje camel sigaretten tevoorschijn en steekt er een op. 
   Sanne kijkt hem aan. 'Dan moeten we naar de politie.'
   Patrick inhaleert diep, trekt haar naast zich op het gras en slaat een arm om haar heen. 'Je moet me eerst vertellen wat er precies gebeurd is.' 
   Ze rilt en trekt de mouwen van haar trui naar beneden. Het vuur is praktisch uit. 'Een ongeluk; het was een ongeluk.' Ze kijkt hem aan. 'We moeten naar de politie, Patrick.' 
    'Zeg me precies wat er gebeurd is, dan bevestig ik jouw verhaal.'
    'Je hebt het niet gezien.'
   Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, maar door de ruzie van vanavond, is het beter dat je wel een getuige hebt die ook verklaart dat het een ongeluk was. Of zelfverdediging. Want anders…'
   'Wat anders?' 
   Hij staart haar aan, zonder met zijn ogen te knipperen. 'Dan ziet het er niet goed voor je uit.'
   Ze kan zich niet verroeren. Alsof iemand het leven uit haar trekt. Ze duwt haar hoofd tussen haar knieën en wiegt zichzelf.
   Alles komt in orde 
   Alles komt in orde 
   Alles komt in orde 
   Als een mantra herhaalt ze de woorden keer op keer in haar hoofd. 
   Patrick stoot haar aan. 'We kunnen nu niet naar de politie. Jij hebt haar geduwd. Ons verhaal moet eerst kloppen. Zijn oog valt op de fles bessenjenever en hij kruipt erheen. 'Hier neem een slok.'
   Haar lippen zijn droog, ze heeft dorst. Ze schudt haar hoofd en slikt een paar keer. 'Er is weinig te vertellen. Monica kwam ineens uit het niets tevoorschijn, ze had ons al die tijd gehoord. Ik werd boos op haar. Ze was dronken en zei dat Abel gelijk had. Dat ik niets meer ben dan een vals kreng. Een rotwijf. Ze werd woedend en ik was bang dat ze me iets aan zou doen.' Ze kan zich voorstellen dat Monica kwaad op haar was, maar die enorme haat die ze in haar ogen las. 'We waren helemaal alleen. Ik gaf haar een klein duwtje, en ze gaf een duw terug, en nog een, ik viel bijna, kon nog net mijn evenwicht bewaren, ze werd kwader en kwader en begon te schelden en te tieren. Ik riep dat ze moest stoppen, en duwde hard terug. Ze struikelde ergens over en viel naar achteren. Het was een ongeluk.' 
   'Het kan beter zelfverdediging zijn, Sanne.' Patrick schiet zijn peuk op het smeulend vuur. 'Wat deed Monica nog meer?'
   'Ze duwde me alleen.' 
   'Maar hoe hard?'
   'Dat viel wel mee. Ze was dronken. Ze kon amper op haar benen staan. En ze was stoned.'
   'Jij duwde wel hard. Waarom duwde je haar zo hard verdomme!' 
   Sanne perst haar lippen opeen. 
   Patrick zucht. 'We moeten nadenken. Als we nu naar de politie gaan, heb je kans dat ze ons de hele nacht verhoren of dat ze zelfs de anderen van hun bed lichten. We moeten eerst een goed verhaal bedenken. Iedereen heeft gezopen. Iedereen was dronken en stoned, behalve jij eigenlijk. We gaan nu naar huis.' 
   'Man, doe niet zo gek. We kunnen Monica niet alleen laten.' 
   'Hij grijpt haar bij de arm. 'Monica is dood, Sanne, die kan niks meer zeggen of doen.' Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes. 'En jij bent daarvoor verantwoordelijk.'
   'Laat me los.'
   'Als we nu niet helder nadenken, zit je de komende twintig jaar in de bak. En geloof me, dat is geen pretje.' Zijn gezicht komt dichtbij die van haar. Ze voelt zijn speeksel op haar oor. 'Dus we gaan nu naar huis en nadenken.'
   'Ik laat haar hier niet liggen.'
   Patrick beent naar de steen. Hij gaat op zijn hurken voor Monica zitten, rolt haar op haar buik en trekt haar lichaam in een vloeiende beweging over zijn rechterschouder. Zijn ene hand houdt hij in haar knieholtes; met zijn andere hand houdt hij haar polsen vast. Hij slaakt een diepe zucht.
   'Wat ga je doen?' Monica's hoofd bungelt naar beneden; haar voeten aan de andere kant. Ze draagt maar een schoen. Sanne kijkt rond, maar ziet de andere schoen nergens. 
   'We leggen haar in de boshut. Zo ver is het niet. Daar ligt ze veilig. 'Schijn jij bij?' Hij loopt een paar meter verder het open veld op waar de bomen als stille getuigen hen aanstaren. 
   Sanne volgt hem, haar zaklamp gericht op de grond. Ze kijkt naar Patrick die met een verbeten gezicht doorloopt. De zilveren stralen van het maanlicht schijnen op Monica's gezicht. Op haar wang zit een insect. Sanne wil het wegvegen, maar ze kan er net niet bij. Snel kijkt ze de andere kant op. 
   Voor de tweede keer deze avond loopt ze het donkere bospad op. Nu is alles anders. Een paar uur geleden liep hier een Sanne die graag leuk gevonden wilde worden, die bijdehante vragen voor het spel had bedacht. Nu loopt er een moordenares. De duisternis kan haar niets meer schelen. Zolang het donker is, is ze buiten zicht en veilig. De vogels lijken stiller dan daarstraks, de kakofonie aan geluiden die er de hele avond is geweest, is verstomd tot een licht ruisen van de wind. Moordenares. Het woord echoot na in haar hoofd. De maan volgt hen. Net als ze wil voorstellen om even uit te rusten, ziet ze de omgevallen boom liggen. Ze schijnt op de opening tussen de struiken.
   'Als jij de grote takken voor mij weghoudt, dan kan ik er makkelijker langs,' fluistert Patrick. 
   Ze schuifelt voor hem langs, grijpt naar een tak en duwt die opzij. De bladeren strijken langs Monica's gezicht. Ze loopt verder. Het bos sluit zich om hen heen. Een tak schraapt langs haar benen. Nog een. Ze perst haar kaken op elkaar; ze heeft liever de pijn van een schram dan het zware, zwarte gevoel. De deur staat op een kier en Patrick duwt de deur van het hutje met zijn voet open. Voorzichtig legt hij Monica op de grond. 
   'Daar ligt een slaapzak.'  Sanne loopt er heen en trekt de slaapzak opzij. Een koude stroom lucht komt vanuit de grond. Ze kijkt om zich heen, op zoek naar doeken. Onderin de boekenkast ligt een stapel oude kranten. Ze pakt ze op, het stof dwarrelt er af. 'Rol jij Monica een stukje opzij zodat ik wat kranten onder haar kan leggen. Het tocht hier zo.'
   Patrick kijkt haar vragend aan maar zegt niks. Hij rolt Monica naar rechts zodat Sanne kranten onder haar kan schuiven. Ze houdt haar hand boven de kranten, een lichte tocht. Ze pakt een nieuwe stapel kranten en legt deze er overheen. Vervolgens rolt Patrick haar terug. Sanne legt de slaapzak over Monica.
   'Bedek haar helemaal,' zegt Patrick. Hij trekt de slaapzak over Monica's hoofd.
   Sanne schuift de slaapzak een beetje terug; zodat er wat lucht bij haar kan komen. Dan staat ze op en ziet het: Monica ligt precies onder de dromenvanger. 

De mooie dromen glippen door de zachte veren heen, de nachtmerries raken verstrikt in het web om als de zon opkomt te sneuvelen. 

 ***  

Maartje ligt net lekker op bed met haar laptop op schoot als haar mobiel over gaat. Ze kijkt op het scherm. Anoniem nummer. Ze aarzelt en drukt het nummer weg. Een minuut later gaat haar mobiel weer over. Anoniem. Ze zucht en drukt op de groene knop. 'Met Maartje.'
   'Met Misty Models.' 
   Ze schiet overeind. 
   'Dag Maartje, wij hebben elkaar onlangs ontmoet toen je met Jerry bij ons op kantoor was.'
   'Ja, dat klopt.' 
   'Helaas kan Jerry je niet vertegenwoordigen, maar dat wil niet zeggen dat wij niet met jou in zee willen gaan.'
   Maartje voelt haar hart tekeergaan. 
   'Je lijkt ons bijzonder geschikt voor een nieuw project dat we aan het voorbereiden zijn. Zou je overmorgen om zes uur 's avonds naar ons kantoor kunnen komen? Dan houden we een screening om te kijken wie er uitgekozen worden. Er komen meerderde modellen.'
   'Het ging toch om een make-up campagne?' 
   'Vergeet de make-up, dit is een mooier project.'
   Maartje weet niet wat ze moet zeggen. Natuurlijk wil ze dat. Naar een screening, als een van de modellen! 
   'Als je uitgekozen wordt ga je een bijzondere tijd tegemoet,' zegt de vrouw. 'Kan ik op je rekenen?'
   'Ik ben er.'
   'Dan zien we je overmorgen, Maartje.'
   Ze staart naar haar mobiel en een gelukzalig gevoel verspreidt zich door haar lichaam. Snel klikt ze naar Magister. Gelukkig, die dag erna heeft ze geen proefwerken. Ze moet wel een smoes bedenken voor haar moeder. Het lijkt haar niet zo'n goed idee nu aan te komen met een modellen opdracht. Ze moet eerst zorgen dat zij wordt uitgekozen, dan is de angst bij haar ouders vast weggeëbd en zullen ze hartstikke trots op haar zijn. Bovendien, die Jerry, of Abel of hoe die engerd ook mag heten, is er niet meer bij betrokken. Ze pakt haar mobiel en appt haar vriendin om het nieuws te vertellen. Ze moet regelen dat ze met Ellen die avond gaat sporten, zodat ze ongemerkt op en neer met de trein naar Amsterdam kan. 

  Gaaf Maart! Tuurlijk regelen we dat je zogenaamd hier bent. Wat is het eigenlijk voor project? X El  

Maartje tuurt naar de tekst. Ze is helemaal vergeten te vragen wat voor project het is. 

  Precies weet ik het nog niet, maar als ik word uitgekozen, ga ik een bijzondere tijd tegemoet, zegt Misty Models. 

 1992 

'Ik wil bij Monica blijven.' Sanne slikt haar paniekgevoelens weg. De tranen rollen over haar wangen. Ze denkt aan alle dingen die ze samen beleefd hebben. De make-up sessies waarbij ze elkaars ogen opmaakten in de meeste felle kleuren, de filmavonden en de logeerpartijen bij Sanne thuis. Altijd bij Sanne. De ouders van Monica hadden liever geen mensen over de vloer. Slechts twee keer is Sanne bij Monica thuis geweest. Een steek gaat door haar heen. Wat moet ze tegen hen zeggen? 
   Ze kijkt naar Monica's gezicht, de volle lippen, de moedervlek schuin boven haar lip waardoor zij altijd Madonna mocht zijn tijdens playbackshows. Haar lange wimpers die als een waaier op haar oogleden liggen en waar ze zo vaak de wimperkrultang in had gezet. Haar groene, bijna katachtige ogen die dwars door je heen keken, alsof Monica zich afzonderde van de werkelijkheid. Die ogen zou ze nooit meer zien. 
   'We moeten gaan. Het beste is om even te slapen en dat we dan een plan bedenken.' Patrick reikt haar een hand om haar omhoog te trekken, maar ze negeert hem. 'Hier lukt ons dat nooit.'
   'Thuis ook niet.' 
   'Ik breng je thuis.' 
   Sanne gaat op haar knieën zitten, trekt de slaapzak een stukje weg en strijkt door Monica's haar. Het voelt plakkerig aan. Monica's gezicht is wit weggetrokken. Dan ineens uit het niets, beweegt Monica's hoofd een klein stukje naar rechts. Sanne slaakt een harde kreet en schiet overeind. 
   Patrick knielt bij Monica neer en strijkt met zijn vingertoppen over haar wang, naar haar hals waar zijn vingers even blijven liggen, naar haar pols. Dan buigt hij voorover, vlak boven Monica's mond. 'Geen hartslag, geen adem.' Hij strijkt wat plukken haar uit Monica's gezicht. 'Waarschijnlijk kwam het door jouw beweging of ze heeft een stuiptrekking. Dat gebeurt wel vaker vlak na de dood.'
   'Hoe weten we zeker dat ze dood is?' Haar hele lichaam trilt en ze zakt op de grond. 
   Patrick voelt nog een keer in Monica's hals. Dit keer wat langer. Hij schudt zijn hoofd. 'Het spijt me.' Hij trekt haar overeind. 'Kom we maken onszelf gek, we moeten gaan.' 
   Sanne laat zich als een zombie meevoeren. Ze sluiten de deur en wringen zichzelf langs de takken, naar het pad. Even kijkt ze achterom, wachtend totdat Monica zal roepen: 'Kom terug bitch; je laat me hier toch niet creperen!' 
   Patrick slaat een arm om haar heen. Een paar uur geleden liep ze hier met Abel. In een ander leven. Haar leven zal voor altijd in een leven voor en een leven na bestaan. De zwerm insecten die in de lucht hangt, wijkt pas uiteen als ze er doorheen lopen. Vanuit de bosjes komt gekraak. Ze staan meteen stil. Een schok gaat door haar lichaam. 
   Stel dat ze niet alleen zijn? 
   Ze wil rennen, maar ze is amper in staat overeind te blijven staan. 
   Patrick haakt zijn arm in die van haar en trekt haar mee. Zwijgend lopen ze door totdat ze bij de grote eik zijn, waar hun fietsen staan.
     'He, dat is toch de fiets van Rob?' Sanne stoot Patrick aan. 
     'Of van Abel, volgens mij hebben ze allebei een bruine Gazelle. Hij zal wel bij Karien achterop zijn gegaan. Te dronken en stoned om zelf te fietsen.' 
   Tien minuten later rijden ze Sannes straat in. 
   'Om half zeven morgenvroeg bij de bosjes aan het eind van de Dennenweg,' fluistert Patrick. 'Vandaaruit lopen we er samen heen. En Sanne, vertel het aan niemand. Ook niet aan je ouders.' 
   Ze knikt. 
  'Morgenochtend bedenken we ons plan. En daarna gaan we naar de politie. Hij haalt een miniflesje Whisky uit zijn binnenzak. 'Hier neem een slok, dan kan je tenminste een paar uur slapen.' 
   Ze schudt haar hoofd, draait zich om en loopt naar de achterdeur. Met zo min mogelijk geluid sjort ze zichzelf de trap op. Als haar moeder nu maar niet wakker wordt. Ze ploft op bed, haar tanden klapperen; ze kan niets meer. Ze rilt, het klappen wordt erger, ze kan het niet tegenhouden. Alsof ze het leven kwijt is. 
   Met een schok schiet ze overeind en ze moet zich even oriënteren. Haar bureau, haar kast, de deur met posters van Clouseau. Ze slaakt een zucht en stapt uit bed. Haar voorhoofd gloeit, ze heeft vast koorts. In de badkamer vult ze een glas met water en drinkt dat in een teug op. In de spiegel staart iemand met bloeddoorlopen, zware ogen haar aan. Bloedvegen zitten overal op haar gezicht, een straaltje opgedroogd snot op haar wang. Als verlamd staat ze stil. Haar handen zijn smerig en zitten onder de korstjes opgedroogd bloed. Vreemde scenes razen door haar hoofd en ze probeert haar gedachten te beheersen. Monica, ze was dronken en stoned. Hoeveel van dat spul van Abel heeft ze gerookt? En wat zat daar in? Ze voelt een bal vanuit haar maag omhoog komen, probeert hem weg te slikken. Ze draait zich om en braakt in de wc. Ze laat zich voor de wc-pot vallen, houdt zich vast aan de randen van de toiletpot vast. De geur van urine maakt dat ze nogmaals spuugt. Het braaksel is rood. Bijna knalrood. Ze probeert te slikken, krimpt ineen van het zuur dat zich opnieuw een weg baant door haar lichaam. Een gedachte zoemt door haar hoofd, cirkeltjes, totdat het landt en inslaat als een bom.
   De deur van het boshutje. 
   Ze gingen altijd door het raam. Ook vanavond met Abel. De deur had altijd op slot gezeten. 

 *** 

Bij de Westertoren stapt Maartje uit tram 13 en loopt de Prinsengracht op, langs het Anne Frankhuis de brug over. Ze is een half uur te vroeg, maar ze wilde geen risico nemen. Haar moeder zocht er niets achter toen ze zei dat ze naar de sportschool ging om daarna nog wat bij Ellen thuis te chillen. Ze stond erop om Maartje bij Ellen op te halen, maar gelukkig was het ook goed als Ellens vader haar thuis zou brengen. Ze kan vanavond maar het beste tegen haar moeder zeggen dat hij haar een paar deuren verder in de straat heeft afgezet.
    Ze kijkt nog snel even in de autospiegel van een auto op de gracht. Haar haar draagt ze los, ze heeft haar nieuwe mascara op gedaan en wat lipgloss. Ze draagt een spijkerbroek met een hip T-shirt dat ze kreeg bij een abonnement op de Hitkrant. Een gewone tiener moet ze lijken. 
    Door de intercom klinkt een stem, vervolgens wordt de deur geopend. Aarzelend loopt Maartje naar binnen. Aan weerszijden van de lange marmeren hal, waren deuren. Welke hadden ze vorige keer ook alweer genomen? Dan zwaait één van de deuren open. 
   'Ah, daar ben je.' Een vrouw met halflang donker haar en een hippe bril op, komt op haar af. Het is niet de vrouw van vorige keer die haar zo kritisch had bestudeerd. 'Kom maar met me mee, dan stel ik je voor aan de rest. Je bent wat vroeg dus niet iedereen is er. Wil je wat drinken?' 
    'Graag.'
   Ze loopt de vrouw achterna, de keuken in. Op tafel staan kannen thee en koffie en een karaf citroenwater. 
   'Pak maar wat je wilt.' 
    Maartje schenkt een glas water in. Haar hand trilt en ze hoopt dat de vrouw het niet ziet. Daarna lopen ze naar de ruimte ernaast met in het midden twee banken. Tegen de zijwand aan staan rekken met kleding. Een vrouw is haar make-up aan het uitstallen op een tafeltje in de hoek. Daarboven hangt een enorme spiegel. In een hoek staat een wit scherm met daarvoor een camera. 
   'Ga zitten.'
   Maartje ploft op de bank en kijkt hoe een man een enorme lampen ophangt. 
   'Hoe komt Jerry eigenlijk aan mijn gegevens?
   'Hij was getipt door iemand.' De vrouw loopt naar het rek en haalt er een gebloemd vestje uit. 
   'Door wie dan?
   'Geen idee. Zo werkt dat, iedereen tipt elkaar. We hebben zelfs scouts die door het land in treinen zoeken en bij schoolpleinen staan.'
   Een filmcamera wordt uit een kist gehaald. 
   'Wat gaan we vanavond doen?'
   'We nemen korte filmscenes op en dan kijken wie van jullie goed acteren.' De vrouw geeft haar het vestje. 'Pas eens.'
   'Acteren, het ging toch om een modellenshoot?' 
   'Nee, dat heb je verkeerd begrepen, het is een casting. Het gaat om een film.'
   Film? Maartje kijkt verschrikt op. Zij, actrice? Ze heeft helemaal geen ervaring. 
   'Maak je niet druk. We willen pure acteurs.'
   'Maar ik heb geen tekst uit mijn hoofd geleerd?'
   'Dat hoeft ook niet, het gaat om improvisaties. We willen jullie beter leren kennen, kijken hoe je je beweegt, zien waar je talent ligt en wie de meeste durf heeft, de beste verhalen. We gaan vanavond voor de camera een spel doen om dit te oefenen.' 
   'Wat voor spel?' 
   Een harde bel onderbreekt hun gesprek. De vrouw staat loopt naar de deur. 'Een heel populair spel, vooral onder jongeren. Ik speelde het vroeger ook vaak.'
    Dan draait ze zich om. Maartje kijkt haar vragend aan. 'Hoe heet dat spel dan?' 
   'Truth or dare.' 

 1992  

Om half zeven fietst Sanne de Dennenweg op. Ze is misselijk en heeft knallende hoofdpijn door dat zware slepende gevoel dat als een loden sjaal om haar heen ligt. Met een washandje heeft ze het bloed van haar gezicht geboend. Ze durfde geen douche te nemen, bang dat haar ouders wakker zouden worden. Ze heeft haar renschoenen en renpak aan, zodat ze een smoes heeft, mogen er vragen komen. 
   Patrick staat al bij de bosjes te wachten. Zijn ogen zijn knalrood, zijn gezicht zit vol vlekken. Hij knikt bijna onmerkbaar. Ze legt haar fiets achter de bosjes en loopt achter hem aan.
   'We hadden gisteren naar de politie moeten gaan,' zegt ze. 
   'Wat had je willen zeggen?'
   'Dat het een ongeluk was.'
   'Zeg eens eerlijk Sanne, was het een ongeluk?' 
   Ze kijkt hem aan, maar hij loopt stug door, zijn blik op het pad gericht. Denkt Patrick serieus dat zij Monica wat aan wilde doen? Alleen maar vanwege dat afschuwelijke spel? Ze wil wat zeggen, maar wacht te lang met antwoorden. Het pad maakt een bocht naar rechts. Hier loopt ze anders nooit, het is een omweg om bij het ven te komen. 'Patrick?' 
    'Ja.'
    'De deur van de boshut is toch altijd afgesloten?' 
    Hij kijkt haar aan. 'Wat bedoel je?' 
    'Niemand heeft de sleutel. Daarom gaan we altijd door het raam.' 
    'Volgens mij heeft Abel gewoon een sleutel, hoor.' 
    Ineens ligt het open veld met het ven voor hen. Aan de overkant van het ven probeert de zon een opening tussen de bomen te krijgen. Ze schuifelt het veld op, langs het hoopje as van het kampvuur, lege zakken chips en twee flessen bessenjenever. Sannes blik blijft bij de steen hangen. Er zitten grote donkere vlekken op. Als ze dichterbij komt, ziet ze dat de steen bezaaid is met stukjes zwart plastic. Delen van de zaklamp die Abel er kapot op had gegooid. 
    Waar zijn ze in beland? Wat had hen gisterenavond bezield? Ze moet hier niet zijn, ze moet naar huis, haar ouders alles vertellen en naar de politie gaan. Het is haar verhaal; alleen zij was erbij toen het gebeurde. Wie bepaalt wat de waarheid is? Ze drukt haar handen tegen haar oren om het suizen tegen te gaan. Ze moet de tijd aan flarden scheuren, gisteren uitwissen. 
    Patrick haalt een plastic zak uit zijn jaszak en stopt er alle spullen die verspreid over het veld liggen in. Hij pakt de fles bessenjenever, loopt naar het meer, vult de fles en gooit het water over de steen. Dan vult hij de fles opnieuw. Na een paar rondes ziet de steen er schoon uit. 'Als ze echt sporenonderzoek gaan doen, zullen ze het wel vinden,' zegt hij en steekt het veld over. Hij is al bijna bij het bospad als Sanne in beweging komt.
    Bij de boshut aangekomen, aarzelt hij even. Hij draait zich naar haar toe en kijkt haar strak aan. 'Vergeet niet, Sanne, we hebben een band; jij en ik. Wij met z’n twee. Vergeet dat nooit.' 
    Ze kijkt weg. 
    Hij pakt haar kin. 'Sanne, besef dat!' 
    'Au, je doet me pijn' 
    Hij trekt haar kin naar zich toe. Zijn vingers op haar lippen. Ze kan zijn adem ruiken. 
    'Hou eens op, man.' Ze trilt van woede, trekt zich los en opent de deur. Ineens krijgt ze het ijskoud. Ze hadden haar niet alleen moeten laten. Ze knielt neer bij de slaapzak en trekt hem voorzichtig weg. Ze hapt naar adem. Dan trekt ze hem iets verder naar beneden; geeft er een ruk aan. Haar adem bevriest, zwarte vlekken verschijnen voor haar ogen. De boshut draait, het tempo wordt opgevoerd. De rondjes worden groter. Een draaimolen die oneindig blijft draaien. 
    Monica is weg.

Klik hier voor hoofdstuk 16

Janneke Bazelmans

Niets van wat hier geschreven wordt mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VrouwenThrillers.nl en de auteur. 


Ondanks dat het geschrevene met alle zorgvuldigheid wordt geredigeerd kan er toch een foutje in de tekst zijn achtergebleven. Bij constatering daarvan zouden wij het op prijs stellen dit aan ons door te geven en een mail te sturen naar info@vrouwenthrillers.nl. Ook voor eventuele op-en aanmerkingen kan er gemaild worden naar het genoemde mailadres.



Bezoekersreacties:
Website Security Test