Geef de pen door...19
Door: Saskia Oudshoorn op 2 december 2018

Geef de pen door... is een schrijfproject waarbij tien auteurs hun krachten hebben gebundeld om gezamenlijk een spannende vrouwenthriller te schrijven. Een idee dat spontaan is ontstaan en waar de tien auteurs enthousiast aan willen meewerken.

De auteurs die meedoen zijn: Gaby Rasters, Tamara Haagmans, Esther Boek, Janneke Bazelmans, Antoinette Kalkman, Tamara Onos, Saskia Oudshoorn, Barbara Sevenstern, Jojanneke Buschgens en Ingrid Mulder.

Elke twee weken zal er een vervolg verschijnen waarbij de auteurs uitgedaagd worden verder te schrijven op de gedeeltes die een andere auteur heeft geschreven. Het is een experiment en we zijn allemaal benieuwd wat voor verhaal hieruit gaat rollen... 
Lezen jullie mee?


Voor hoofdstuk 18 klik hier


Saskia Oudshoorn is een druk bezet vrouw met haar baan bij een multinational en in de lokale politiek. Schrijven is voor haar een vorm van ontspanning en met het bedenken van spannende verhalen komt ze helemaal tot rust. Ze debuteerde met Buiten Spel dat genomineerd werd voor Boekgoud in 2015 en in 2017 kwam Op eenzame hoogte uit. Dit boek werd ‘Vrouwenthriller van het jaar 2017’ op deze site. 

Een bewerking van Buiten Spel werd dit jaar ingezonden bij de Crime Compagnie Contest op Sweek en met dit Zie jij mij? bereikte Saskia de finale. Ze schreef mee aan 19x Soms niet van Godijn Publishing. Een derde boek is af en komt hopelijk dit jaar nog uit. Inmiddels is Saskia aan haar vierde spannende roman begonnen. 

Je kunt haar volgen op Facebook: Saskia Oudshoorn – Auteur of via haar website www.saskiaoudshoorn.com


Hoofdstuk 19

Sanne buigt naar het scherm. Zijn geboortedatum klopt. 2 februari 1973. Die datum zal ze nooit vergeten. Hoe vaak had ze die in haar agenda geschreven? 2-2-73. 02-02-1973. Met een hartje, zijn naam erbij. Ze probeert de tranen die opkomen en achter haar ogen branden, weg te slikken. Het is bijna niet te bevatten dat Rob al in 2008 gestorven is en dat ze daar nooit iets over gehoord heeft. De plannen voor een reünie, die vaak op onverwachte momenten uit een ver hoekje van haar hersenen om aandacht vroegen, hebben nu geen zin meer. In haar achterhoofd heeft ze altijd gedacht dat ze Rob nog een keer tegen zou komen en dat dan op magische wijze het waakvlammetje dat vroeger tussen hen had gesmeuld, weer automatisch op zou laaien. Stiekem had ze gefantaseerd hoe haar leven zou zijn verlopen als ze met Rob was getrouwd. Hoe kinderen van hen samen eruit zouden zien. Zou ze dan nu ook gescheiden zijn?  
   Jessica. David & Joerie. Een steek van jaloezie kan ze niet onderdrukken. Ze snapt niets van zichzelf. Hoe kun je nou jaloers zijn op een weduwe? De laatste weken lijkt het alsof ze iemand anders is. Of ze teruggaat naar vroeger, toen ze zelf het episch centrum van het universum was en niets belangrijker leek dan zijzelf. Daarna kwam er een hele tijd niets totdat ze echt verkering met Patrick kreeg. Vanaf het moment dat ze moeder werd, begreep ze eindelijk dat niet alles in het leven om haar en haar wensen en verlangens draaide. Ze was zachter, milder geworden. Toen ze was begonnen met het schrijven van het boek, zijn de gevoelens die ze ver weggestopt dacht te hebben, weer naar boven gekomen. Een doos van Pandora. 
   Ze had steeds vaker ruzie met Patrick gezocht. Om de kleinste dingen vlogen ze elkaar in de haren. Diep in haar hart verwijt ze hem nog steeds hoe het vroeger allemaal gelopen is. En hij haar. Als ze gewoon naar de politie waren gegaan, dan was het leven na de verdwijning van Monica misschien makkelijker te dragen geweest. Over de tijd na het eindexamen, die had moeten bestaan uit feestjes en onbezorgde gezelligheid, had altijd de grauwsluier van het verdwijnen van Monica gehangen. 
   Bij elke sirene die ze hoorde of als ze een politieauto zag die door de straat reed, was ze bang dat agenten haar op kwamen halen. Pas de laatste jaren waren de nachtmerries die ze lange tijd had gehad over Sanne en Joris die door Jeugdzorg bij haar weg werden gehaald omdat hun moeder ieder moment gearresteerd kon worden, minder geworden. Als er nieuws was over een coldcaseteam dat een onderzoek heropende, stokte onbewust haar adem weer even.  
   Is het schrijven van het boek een soort boetedoening? Had ze in haar onderbewustzijn misschien wel gewild dat hun geheim eindelijk als een luchtbel naar de oppervlakte van een giftig moeras zou komen drijven? Al die tijd was het een geheim van Patrick en haar geweest, een onzichtbare band tussen hen die uiteindelijk te veel was gaan knellen. Het verhaal móest verteld worden, dan kon ze het misschien afsluiten. Maar wat er nu gebeurt, met haar en erger nog, met haar gezin, had ze in haar ergste nachtmerrie niet kunnen voorspellen. 
   Ze pakt met bibberende vingers haar leesbril van de tafel en kijkt nog eens naar de advertentie. De naam van Rob’s zus en zwager staan eronder. Er is geen twijfel mogelijk. Dan ziet ze het opeens. Het wordt licht in haar hoofd. Het staat er echt: Monica de Wit! Hoeveel Monica’s de Wit zijn er die deze Rob van der Meulen kennen? Er staat geen kruis achter haar naam. Ze voelt het bloed uit haar gezicht wegtrekken. De haartjes op haar onderarmen richten zich op. Monica leeft! 
   Nico Jansen draait zich naar haar om. ‘Gaat het m-m-et je? Je ziet een b-b-eetje b-b-leek.’ Hij legt een hand op haar arm. 
   Sanne voelt zich misselijk worden. De kamer lijkt om haar heen te draaien. Ze trekt de stoel onder de tafel vandaan en laat zich langzaam zakken. Haar knieën voelen week. Nu ze gaat zitten en haar benen buigt, voelt ze pas hoe stijf ze van de val is en hoe zeer haar scheenbeen doet. Ze had wel eens gelezen dat adrenaline ervoor zorgt dat je geen pijn voelt als je gewond bent, maar dat is bij haar in ieder geval niet zo. Haar hart klopt in haar keel, haar hoofd bonkt en tegelijkertijd pulseert de ader in haar scheenbeen onder de dunne, kapotte huid met iedere hartslag mee. Het voelt alsof iemand ritmisch een spijker in haar bot slaat. Het is haar straf. 
   ‘Kijk naar het scherm. Daar staat het: Monica de Wit.’ Ze aarzelt even, kiest haar woorden zorgvuldig. ‘Weet je nog dat Monica bij ons in de klas zat en opeens verdwenen was?’ 
   Hij tuurt ingespannen naar het bericht. Hij opent een paar keer zijn mond om wat te zeggen. ‘V-verdomd. Je hebt gelijk. M-monica de Wit.’ Met een zenuwachtig gebaar strijkt Nico door zijn haar. ‘W-waar komt zij nou opeens vandaan? En w-wat heeft zij met R-rob te maken?’  
   Maandenlang had het op school gegonsd van de geruchten over wat er precies met Monica was gebeurd. De verhalen varieerden van weggelopen en in het buitenland als au pair gaan werken tot weggestuurd door haar ouders, omdat ze zwanger zou zijn geweest. Tot ver na het eindexamen was Monica hét onderwerp van gesprek geweest. Patrick en zij hadden de verhalen aangehoord en meegepraat, maar afgesproken dat ze het er nooit met iemand anders over zouden hebben. Hun geheim.  
   Sannes brein draait overuren. Ze kijkt naar Nico en iets in zijn blik doet haar twijfelen of ze hem het verhaal moet vertellen. Nico was er die avond bij het ven niet bij; wat wist hij verder? Of was hij er wél bij? Ze herinnert zich dat ze het gevoel had dat ze bespied werden. Dat er gehijg uit de bosjes kwam. Dat Rob regelmatig bij Monica in de boshut op bezoek kwam, hadden ze ook lange tijd niet geweten. Iedereen in de groep had zijn eigen geheimen. 

 1992 

‘Ik vind dat we terug moeten gaan en die slaapzak en die kei moeten weghalen.’ Patrick kijkt Sanne met een geïrriteerde blik aan. ‘We hadden toch besloten om alles zo te laten?’ 
   ‘Als er nou mensen naar de hut gaan? Wanneer we die kei en die slaapzak weghalen, dan zijn in ieder geval de sporen van het bloed van Monica weg.’ Sanne kijkt naar het grassprietje dat ze tussen haar vingers tot moes heeft gerold.  
   Patrick slaat zijn ogen omhoog en zucht. ‘Vrouwen.’ Hij staat op en met een woest gebaar trekt hij zijn fiets uit het rek. ‘Kom op.’ 
   Ze fietsen naar de hut, beiden met hun eigen gedachten. Patrick gooit zijn fiets neer en duwt met zijn schouder tegen de deur. Onder luid gekraak zwaait het houten geval open. Zwijgend kijken ze naar het tafereel dat een scène uit een slechte horrorfilm lijkt.  
   ‘Wat sta je daar nou. Pak die slaapzak!’ 
   Aarzelend stapt Sanne naar voren en pakt de zak van de grond. Met haar voet schuift ze de kranten bij elkaar. Patrick loopt met grote stappen voor haar uit, naar buiten. 
   Met veel pijn en moeite tillen ze de kei op en stoppen hem in de rugzak. Er breekt een nagel van Sanne tot op het vlees af, maar ze durft niets te zeggen. Ze bijt op haar lip terwijl de tranen hoog zitten. Om wat er allemaal gebeurd is en om de pijn in haar vinger. Ze pakken de zak aan een kant vast en trekken het over de rulle bosgrond naar het ven. Patrick doet zijn schoenen uit en stroopt zijn broek op. Achterstevoren, met een verbeten gezicht, ploetert hij over de glibberige bodem van het ven. Hij glijdt uit en vloekt. Uiteindelijk bereikt hij het diepste gedeelte. Met wilde handelingen worstelt hij de slaapzak, waarvan de stof op het water blijft drijven, onder de kei. Patrick is compleet doorweekt en met een boos gezicht komt hij het water uit.  
   ‘Moet je mij nou eens zien. Ik ben zeiknat, de modder zit tussen mijn tenen en ik zit onder de viezigheid. Ik stink een uur in de wind.’ Hij kijkt omlaag naar zijn kleding. Met een priemende vinger wijst hij in haar richting: ‘Ik doe dit allemaal voor jou. Als je dat maar onthoudt.’     Ze knikt en met een dun stemmetje zegt ze: ‘Misschien ligt er in de boshut iets waar we ons een beetje mee kunnen schoonmaken.’ Sanne loopt richting de hut. Op de tafel staat een halve fles bronwater en er ligt een smoezelige handdoek naast. ‘Er zit bloed op die handdoek, die ga ik echt niet gebruiken.’ 
   ‘Jezus Sanne, maak je je na alles wat er gebeurd is nog zorgen om een beetje bloed?’ Patrick trekt de doek uit haar handen en scheurt er een schone reep af. Hij pakt de fles water en maakt het nat. Zo goed en zo kwaad als het gaat, maakt hij zijn gezicht en zijn armen schoon. Met het laatste restje water bevochtigt hij het stuk badstof weer en geeft het aan Sanne. ‘Hier.’  
   Sanne pakt de doek aan terwijl ze de hut rondkijkt. Er staat een sporttas met wat kleren. Ze herkent de tas van Monica. Ze slikt en wijst met een trillende vinger: ‘Haar tas staat daar nog.’ 
   Patrick pakt de sporttas op en zet hem op tafel. Hij woelt door de spullen die erin zitten.  ‘Alleen wat kleding. En dit.’ Hij gooit een leeg pakje condooms op tafel. Met zijn andere hand houdt hij een donkerblauwe sweater omhoog. ‘Is dit een trui van Monica?’ 
    ‘Ik heb hem nooit gezien.’ Sanne schudt haar hoofd en haalt haar schouders op. Patrick trekt de vieze trui die hij aan heeft uit en stopt hem in de sporttas. De sweater zit hem als gegoten. Hij strekt zijn armen voor zich uit. ‘Dit is geen trui van Monica. Veel te groot voor haar.’ 
   Sanne laat zich op een van de twee krakkemikkelige houten stoelen zakken. Haar hoofd rust in haar handen. Ze is doodop, ze heeft bijna niet geslapen vannacht. Net als de voorgaande dagen. ‘Weet je echt wel helemaal zeker dat ze dood was?’ 
   Eigenlijk weet ze niet welk antwoord ze wil horen. Ze kan zich niet voorstellen dat iemand een lijk op sleeptouw zou nemen. Natuurlijk is het nooit haar bedoeling geweest om haar vriendin iets aan te doen en ze zou er heel wat voor over hebben als ze het hele gebeuren ongedaan kon maken. Maar als ze leeft, zou Monica hen dan ooit vergeven dat ze haar daar voor dood hebben achtergelaten? 

 ***  

Een lichtje op haar tablet begint te knipperen. Een bericht. Sanne schuift het apparaat over tafel naar zich toe terwijl ze uit haar ooghoek ziet hoe Nico naar de muur met de rode hanenpoten erop gekalkt kijkt. 
   ‘Er is iets ergs met jou aan de hand, hè? Waarom v-vertel je het niet gewoon?’ zegt hij opeens. 
   Sanne haalt haar schouders op. Haar lip trilt. Ze wil dat Patrick hier is. Of tenminste iemand die ze kan vertrouwen. Wie zijn dat eigenlijk tegenwoordig nog, denkt ze cynisch. Het is verleidelijk om Nico deelgenoot te maken van het geheim dat ze al die jaren als een te zware rugzak meegezeuld heeft. Een stemmetje in haar binnenste zegt dat dat waarschijnlijk geen goed idee is.  
   Ze bijt op haar lip en voelt hoe het warme vocht met de smaak van ijzer in haar mond loopt. Snel tikt ze de code van haar tablet in. Godzijdank had ze daar met de hulp van Joris Whatsapp opgezet zodat ze nu tenminste niet helemaal van de buitenwereld afgesneden is.

Mam. Ik moet je iets vertellen. We hadden een vette verrassing voor je. Ze vroegen ons auditie te doen voor de verfilming van jouw boek. Maar het is niet tof meer hier. Je kunt ons beter op komen halen. Papa geeft geen antwoord. Ik wil niet meer bij de film en Maartje denk ik ook niet. Kijk: 

Het volgende berichtje is een kort filmpje, overduidelijk door Joris stiekem geschoten. Het beeld is op heuphoogte opgenomen. Sanne schuift de tablet iets naar Nico toe. Met hun hoofden vlakbij elkaar turen ze naar het scherm. Er zitten een aantal kinderen op stoeltjes langs de kant. Maartje ligt op de grond in de greenroom. De geruite slaapzak is tot haar kin opgetrokken. De voice-over dreunt met een monotone stem instructies op: 

‘Je ligt in deze scene op de grond. Je bent zwaar gewond. Je zogenaamde vrienden hebben je voor dood achtergelaten.’ 

Angstig kijkt Maartje, op haar rug liggend en met haar vingers krampachtig aan de rand van de slaapzak geklemd, naar de richting waar de stem vandaan komt. Haar borst gaat onder de geruite stof snel op en neer. 

Het is nacht. Pikkedonker. Het is ijzingwekkend stil. Langzaam kom je op de grond van de hut bij je positieven. Je hoofd voelt aan alsof je hersens ieder moment kunnen exploderen. Zelfs knipperen met je ogen doet pijn. Alles doet pijn. Je bent slap en duizelig, want je hebt heel veel bloed verloren. De kou en het vocht van de vloer trekken door de kranten heen omhoog en verlammen je pijnlijke lijf. Er is niemand in de buurt. Je zogenaamde vrienden zijn spoorloos verdwenen. Je bent doodsbang. Dan zie je door het raam van de hut een straaltje licht jouw richting opkomen. Een sprankje hoop gloort aan de horizon.’  

Aan de zijkant van het scherm zien ze een hand wenken. 

‘Hier kom jij in beeld, Ira.’  

De man komt naar Maartje toelopen, hij heeft een zaklantaarn in zijn hand. Hij kijkt in de richting van de camera. Nico en Sanne deinzen geschrokken achteruit. Nico slaat een hand voor zijn mond. Het gezicht van de jonge man is bijna identiek aan zijn eigen gezicht, als je de rimpels en groeven veroorzaakt door de tand des tijds wegdenkt. 
   Ira,’ herhaalt Nico stem van de voice-over fluisterend.

‘Je legt je zaklantaarn op tafel en dan loop je op Monica af.’ 

Braaf legt de man de zaklamp op tafel. 

Je trekt de slaapzak van haar af.’ 

Maartje kijkt benauwd als Ira op haar af komt lopen en naast haar door zijn knieën zakt. Hij trekt de slaapzak van Maartjes lijf en grijnst. Ze vouwt haar armen beschermend om haar borst en trekt haar benen op.  
   De voice-over schreeuwt de instructies nu bijna. De kinderen kijken met bleke, gespannen gezichten naar wat zich voor hun ogen op de grond afspeelt. 

Nee, nee, nee! Je kunt bijna niet bewegen! Doe die armen weg en leg je benen plat neer.’  

Ze wil niet kijken. Ze móet kijken. Als ze niet kijkt, laat ze Maartje in de steek. Het is haar schuld wat er nu met haar dochter gebeurt. Maar Sanne wil het liefst de tablet oppakken en door de kamer smijten. 

Je sjort haar broek naar beneden. Je trekt je eigen broek uit en dan ga je op haar liggen.’ 

Bijna verliest ze haar evenwicht als ze wil gaan staan en door haar pijnlijke benen terug op de stoel zakt. ‘Wat is dit verdomme?’ gilt ze met overslaande stem terwijl ze wild van de tablet naar Nico gebaart. Ze slaat hard met haar hand op de tafel. De pijn voelt ze niet. 
   Nico draait zich naar haar toe. Hij pakt Sanne bij haar bovenarmen vast en dwingt haar om hem aan te kijken. ‘Ik w-wist het niet, ik w-wist het écht niet. Ira ...’ Hij schudt zijn hoofd en kijkt met een schuin oog naar het scherm. ‘Ik w-wilde het niet doen. Je m-moet me geloven,’ smeekt hij bijna, terwijl hij steeds harder in haar armen begint te knijpen.



Saskia Oudshoorn

Niets van wat hier geschreven wordt mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VrouwenThrillers.nl en de auteur. 


Ondanks dat het geschrevene met alle zorgvuldigheid wordt geredigeerd kan er toch een foutje in de tekst zijn achtergebleven. Bij constatering daarvan zouden wij het op prijs stellen dit aan ons door te geven en een mail te sturen naar info@vrouwenthrillers.nl. Ook voor eventuele op-en aanmerkingen kan er gemaild worden naar het genoemde mailadres.



Bezoekersreacties:
Website Security Test