Geef de pen door...12
Door: Jojanneke Buschgens op 26 augustus 2018

Geef de pen door... is een schrijfproject waarbij tien auteurs hun krachten hebben gebundeld om gezamenlijk een spannende vrouwenthriller te schrijven. Een idee dat spontaan is ontstaan en waar de tien auteurs enthousiast aan willen meewerken.

De auteurs die meedoen zijn: Gaby Rasters, Tamara Haagmans, Esther Boek, Janneke Bazelmans, Antoinette Kalkman, Tamara Onos, Saskia Oudshoorn, Barbara Sevenstern, Jojanneke Buschgens en Ingrid Mulder.

Elke twee weken zal er een vervolg verschijnen waarbij de auteurs uitgedaagd worden verder te schrijven op de gedeeltes die een andere auteur heeft geschreven. Het is een experiment en we zijn allemaal benieuwd wat voor verhaal hieruit gaat rollen... 
Lezen jullie mee?

Voor hoofdstuk 11 klik hier




Jojanneke Buschgens wordt geboren in 1977 als tweede in een gezin van vier kinderen. Ze groeit op met de pen in haar hand en plaagt vooral haar juf in groep 8 met het verzoek om feedback op haar talloze notitieblokken vol zelfgeschreven verhalen, geïllustreerd met personages geknipt uit modemagazines. Rond de puberteit wordt naast de liefde voor schrijven ook de liefde voor theater geboren. Ze maakt deel uit van een theatergezelschap, voor welke ze meerdere voorstellingen schrijft inclusief liedteksten. Tegelijkertijd vloeien duizenden gedichten uit haar pen die ze op de vreemdste tijden en plekken uit de lucht schijnt te vangen. 

Ze wordt opgeleid tot leerkracht, maar blijft naast het lesgeven ook schrijven en acteren. De mens in al zijn variëteit, hoe hij denkt en hoe hij doet, heeft haar onverdeelde aandacht. Ze houdt ervan om in het hoofd van een ander te kruipen, om te bezien, beleven en beschrijven hoe iemands leven en keuzes worden beïnvloed door allerlei omstanders en omstandigheden. Jojanneke leest veel en graag, vooral spannende, psychologische en/of waargebeurde verhalen. Wat drijft iemand; welke drama’s, maar ook schijnbare kleinigheden, dwingen mensen tot bepaalde handelingen? Hierover schrijft ze, zowel geïnspireerd vanuit haar eigen geest als uit bewondering voor en teleurstelling in de verscheidenheid aan boeken die ze verslindt. 

Haar spannende psychologisch debuutroman Salomé verscheen in december 2017.

Hoofdstuk 12 - Jojanneke Buschgens 

Een boodschap. Die vent geeft haar zoon een boodschap. Eerst rijdt hij hem bijna dood, daarna maakt hij hem een boodschappenjongen. Hij speelt met hen die haar lief zijn. 
  Het is of er iets knapt in Sanne. Als door een klap in haar gezicht beseft ze dat ze niet alleen de controle over haar eigen leven verliest; haar kinderen zijn serieus in gevaar. Die gek heeft zijn oog op haar zoon en dochter laten vallen. Ze heeft geen idee wie hij is en wat hij precies weet, maar het is wel duidelijk dat hij er geen seconde over zal twijfelen om Sanne via Joris of Maartje te grazen te nemen. Nu ze dit niet langer kan ontkennen, voelt ze zich loodzwaar en misselijk. Ze laat zich op een grote steen naast de weg zakken en legt haar hoofd in haar handen. Schokkerig probeert ze haar ademhaling weer onder controle te krijgen. 
  ‘Mam…?’ Joris klinkt in paniek, huilerig. Met moeite richt Sanne haar blik op hem. Ze glimlacht flauwtjes. 
  ‘Een boodschap zei je? Wat dan?’ De tactloze basstem van Abel voelt als schuurpapier over haar huid. 
  Joris kijkt verstoord zijn kant op, daarna richt hij zijn ogen weer op haar.  
  Sanne voelt hoe zijn blik zich aan haar vastzuigt. Vragend. Eisend. En ze weet het. Ze zal haar zoon en dochter moeten betrekken in dat wat gaande is. Maar wat moet ze zeggen? Niet teveel in ieder geval, maar íets. Niets zeggen zal het gevaar er voor hen alleen maar groter op maken. Ze zal hen precies genoeg moeten vertellen om te zorgen dat ze op hun hoede zijn. 
  Ze steekt haar hand uit naar Joris, die hem zonder aarzelen pakt.  
  Hij trekt haar overeind, zijn ogen onophoudelijk op die van haar gericht. 
  Ze glimlacht opnieuw en legt haar hand op zijn wang. ‘Ik denk dat je die training maar een keer moet overslaan lieverd. We gaan naar huis. We moeten praten.’ Ze zet Joris’ fiets aan de kant van de weg op slot. Die halen ze later wel op. Zodra ze haar zoon in de auto heeft geduwd en zich bukt om achter hem aan op de achterbank te schuiven, treft ze de inktzwarte blik van Abel die haar vanaf de andere kant van de auto dreigend opneemt. 

 1992  

De donkere ogen van Abel geven haar de rillingen. De stilte die rondom het vuur is neergedaald voelt onnatuurlijk en de sfeer is ronduit griezelig.  
  Iedereen kijkt naar haar. Robs verbijsterde blik brandt in haar linkerzij. Kariens mond hangt open en haar fletsblauwe irissen zijn volledig zichtbaar tussen haar opengesperde oogleden. Patrick probeert zich vanaf Sannes rechterkant nukkig een houding te geven. 
  Sanne kijkt naar de grond, zich wanhopig afvragend hoe ze iets luchtigs kan zeggen, zodat dit totaal uit de hand gelopen spel weer zal zijn wat het was: betekenisloze nonsens. Maar er komt niets, haar brein lijkt verworden tot pap. En dus blijft de dreigende sfeer als een broeierige jas om hen heen hangen. 
  Uiteindelijk is het uitgerekend Abel die de stilte doorbreekt, al is het met een totaal misplaatste grap. ‘Toen ik zei dat twee ook een optie is zag ik dit niet bepaald aankomen. Maar hé, ik sta er wel voor open hoor, twee dames tegelijk. Jammie.’ Hij smakt met zijn lippen en grijnst hoorbaar. 
  ‘Tjezus Abel.’ Patricks reactie verbreekt de kille betovering. 
Alsof er een verlichtende bries waait, komt iedereen weer in beweging. Karien giechelt onbeholpen, Patrick pakt een stokje op en gooit deze in het vuur, Sannes blik ontwijkend. Rob wrijft met zijn handen over zijn gezicht en rost met zijn vingertoppen door zijn donkere krullen, alsof hij daarmee zijn ongemak kan wegpoetsen en zijn houding kan hervinden.  
  Sanne blaast langzaam uit. Niks zeggen is misschien het beste, tot nu toe heeft ze het met elk woord alleen maar erger gemaakt; zich dieper in de nesten gewerkt. Wat bezielde haar? En hoe kan ze dit goedmaken bij Monica? Wat Karien ervan denkt interesseert haar geen reet en bij de jongens kan ze het vast allemaal afdoen als een gewaagde grap, maar Monica… Monica zal daar absoluut niet instinken. Ze is te ver gegaan. En waarom? Omdat ze zich in de steek gelaten voelde door haar? Omdat ze niet met haar mee naar huis wilde? Maar jemig, Monica is dronken en stoned, die is zichzelf niet, maar zíj, Sanne, daarentegen, is al die tijd nuchter geweest. Volledig toerekeningsvatbaar. Ze knijpt haar ogen stijf dicht en bijt op haar lip. Ze moet naar Monica toe, haar aanraken, haar omarmen, laten voelen dat ze zich rot voelt, spijt heeft. Daarna zullen de woorden vanzelf komen en zullen ze er samen om lachen. 
  Langzaam staat ze op. Ze draait zich weg van de jongens en Karien, richting de grote steen langs de waterkant waar Monica op staat… stond… Sanne staat stokstijf stil. Verward gaat haar blik vanaf de steen naar links en rechts, tot zover ze kan zien in het licht van het vuur. Schaduwen dansen langs het groen. Is het nou ineens harder gaan waaien? Ze draait zich met een ruk om, volgt met haar ogen de lijnen van elke persoon en ieder object op de kleine ruimte rondom het vuur. Ze weet niet wat dit betekent, voelt zich alleen maar onwezenlijk en in de war, maar haar hart registreert onheil en bonkt als een bezetene in haar borstkas.
   ‘Jongens…’, haar stem niet meer dan een rauwe fluistering, ‘waar is Monica?’ 

 ***  

Maartje bijt op haar nagels. Ze kijkt schichtig van Patrick naar Sanne, die tegenover elkaar zitten. Joris zit er al net zo ongemakkelijk bij, zijn wenkbrauwen gefronst en zijn vingers om zijn knieën geklemd. 
   ‘Goed…’  
  Patrick klinkt niet als zichzelf, Sanne ergert zich aan zijn schrille stemgeluid en toch kijkt ze, net als Joris en Maartje, gespannen naar hem op, benieuwd naar wat er komen gaat. Ze is dankbaar dat hij de leiding neemt.  
  ‘Voordat jullie moeder en ik het een en ander zullen verhelderen, wil ik graag weten wat de man tegen je zei, Joris. Wat was zijn boodschap?’  
  Joris slikt. ‘Hij zei… hij zei iets van: “Zeg tegen je moeder dat als ze wil schrijven over de waarheid, ze wel de waarheid moet schrijven”. En daarna zei hij: “Zeg maar tegen haar dat zíj begonnen is. En waar schuld is, moet betaald worden”. Zoiets was het.’  
  Sannes hart bonkt en haar oren suizen.
  ‘Kende je die man?’ hoort ze Patrick vragen. Joris schudt zijn hoofd.
  ‘Ok. Dus…? Jullie gingen iets vertellen?’  
  Sanne schrikt op van Maartjes stem. Ongemerkt was ze weer weggegleden in haar herinneringen en ze ziet tegenover zich dat Patrick ook opschrikt uit zijn eigen donkere gedachten. Ze kijken elkaar aan. Bijna onmerkbaar knikt hij naar haar. Ze slaakt een zucht en begint. 

1992 

Niemand hoort haar. Karien heeft zich bovenop Patrick gestort, ten volle gebruikmakend van Sannes duidelijke afwijzing. Haar armen en benen kronkelen als slangen om hem heen en Patrick laat het apathisch gebeuren. Rob zit met een stok doelloos in het vuur te porren en Abel… waar is Abel? 
  Sanne schudt haar hoofd. Lekker boeiend waar die eikel is, ze moet haar vriendin zoeken! ‘Jongens!’, luider dit keer, een tikkeltje hysterisch. 
  Ze kijken alle drie verbaasd naar haar op.  
  ‘Waar is Monica?’ herhaalt ze. 
  Gescharrel in de struiken. Gespannen tuurt Sanne naar het groen. Wanneer Abel morrelend aan zijn gulp en met een zelfvoldane kop tevoorschijn komt, slaakt Sanne een gefrustreerde zucht. Ze loopt naar de steen waar ze Monica voor het laatst gezien heeft en tuurt over de rand het donkere rimpelloze water in.
   ‘Wat is er jongens? Wat kijken jullie? Hebben jullie me gemist? Ik was even pissen.’ 
  ‘Ze zoekt Monica’ zegt Patrick. 
  Sanne is inmiddels aan een rondje langs het groen begonnen. Centimeter voor centimeter loopt ze langs de rand van de open plaats waar ze zich bevinden. Waarom is het zo kort van het vuur af al zo aardedonker? Ze begint te roepen. ‘Moon? Zit je te plassen? Waar zit je nou?’ Ze keert zich naar de andere vier. ‘Wat zitten jullie daar nou? Help zoeken!’ 
  Abel kijkt naar haar alsof ze gek is, Karien negeert haar en Patrick haalt zijn schouders op. Alleen Rob komt aarzelend overeind. Hij tuurt naar de steen bij het water, loopt vervolgens naar zijn tas en rommelt er in. Daarna gaat hij richting het water. Wanneer Sanne naast hem staat, kijkt hij haar strak aan. Hij heeft een zaklamp in zijn hand die hij aandrukt en op het water richt, zonder zijn blik van Sanne los te maken. 
  Sannes ogen worden groot. ‘Wat? Denk je dat…?’  
  Hij verplaatst zijn blik zwijgend naar de lichtstraal en volgt deze over het water. 
  Inmiddels zijn de anderen ook opgestaan.  
  ‘Doe niet zo dramatisch, Rob. Die is vast naar huis gegaan toen het hier te heet onder haar voeten werd. Wat zou jij doen als ik tegen jou had gezegd dat ik je zou willen verzuipen om daarna met je te willen neuken?’ 

 ***  

De stilte die valt is oorverdovend. Maartje en Joris hebben ademloos aan haar lippen gehangen, zich bewust van de opbouwende spanning en, gezien de huidige situatie, in de wetenschap dat dit verhaal niet goed gaat aflopen. 
  ‘Sorry. Ik moet even wat drinken.’ Sanne staat op om een glas water te pakken in de keuken en bevriest bijna van schrik als ze Abel passeert, die met zijn kont op de keukentafel zit. Voor even was ze zijn aanwezigheid volledig vergeten. Hij neemt haar op met een geamuseerde glimlach. 
  ‘Goh, ik wist niet dat je me als zo’n etterbak zag, Sanneke.’
  ‘Noem me niet zo, je weet dat ik daar altijd een hekel aan heb gehad.’ Ze reikt geïrriteerd langs hem heen naar een glas en vult deze onder de kraan. Gulzig klokt ze hem leeg, zich bewust van zijn cynische grijns. 
  ‘Ik ben wel benieuwd hoe je dit verhaal gaat vervolgen. Tenslotte heb ik het slotakkoord ook nooit gehoord. Is het eindelijk zover? Ga je je kinderen alles vertellen? Daar moet ik bij zijn.’ 
  Met een ruk draait ze zich naar hem toe. ‘Sssst!’ sist ze venijnig. Gauw werpt ze een blik in de huiskamer, maar daar lijken ze allemaal in hun eigen gedachten verzonken. Ze doet een stap naar Abel toe en nadert hem zo dicht als ze durft. ‘Ik heb geen idee wat jij suggereert. Wat doe jij hier eigenlijk nog?’ 
   Zijn wenkbrauwen stijgen en zijn lippen krullen nog verder omhoog.  
  Hij geniet hiervan, beseft Sanne en ze vraagt zich opnieuw af hoe hij zich ooit in hun vriendengroepje heeft weten binnen te wurmen. Als hij Kariens broer niet was, had hij nooit een schijn van kans gemaakt.
   ‘Zover ik weet, lief Sanneke, ben ik onderdeel van dit verhaal, dus ik voel me niet geroepen afstand te bewaren. Ik geniet ervan tot zover. Ik ben benieuwd naar de ontknoping. Naar hoe je jullie zorgvuldig bewaarde geheim gaat onthullen tegenover twee tieners die er qua leeftijd niet om bekend staan nou zo goed hun mond te kunnen houden.’  
  Ze kan er niks aan doen. Voor ze het beseft, is haar hand geheven en haalt ze vol naar hem uit. 

1992

 De zaklamp klettert kapot op de steen. Rob draait zich razendsnel om en beent in volle vaart naar Abel toe. Voor deze hierop kan anticiperen, heeft Rob zijn beide vuisten al gebald en klinken doffe klappen. ‘Hou voor één keer eens gewoon je bek, man!’ Robs woedende stem schalt langs het vuur over het water. De echo van zijn woede zwelt aan. Sanne staat als bevroren, het koude zweet op haar rug.  
  Abel ligt op de grond. Hij veegt met zijn hand over zijn neus en kijkt er verbijsterd naar. Helderrode druppels glijden via zijn knokkels naar beneden.
   ‘Rob, rustig man, ga even zitten.’ Patrick sjort onhandig aan Robs arm, maar deze trekt zich los. 
  ‘Rot toch op. Ik ga naar huis.’ Hij keert zich naar Sanne toe. Wat onbeholpen haalt hij zijn schouders op. ‘Ga ook naar huis, Sanne. Monica is weg. Ze zit vast thuis. Abel heeft gelijk, dat had ik ook gedaan.’ Zijn woorden zijn als een dolksteek. Hij draait zich resoluut om en verdwijnt in het donker. 
  ‘Karien, wat sta je daar nou stom te kijken? Help me dan, stomme trut!’ Abel krabbelt onhandig overeind. Karien ontwaakt uit haar shock en rent naar haar tasje. Ze haalt er een zakdoek uit en drukt die tegen Abels neus. Hij grijpt haar pols. ‘We gaan naar huis. Nu.’ Hij plukt zijn rugzak van de grond en trekt haar mee. Voor ze opgeslokt worden door de nacht, kijkt ze nog even beteuterd om naar Patrick.   
  Sanne staat te luisteren naar haar eigen onregelmatige ademhaling. Tegenover haar, aan de andere kant van het vuur, staat Patrick naar haar te kijken. Zijn knullige houding straalt nervositeit uit. Hij trekt zijn gezicht in een halve grijns.
   ’En toen waren we nog maar met z’n tweeën…’

Voor hoofdstuk 13 klik hier

Jojanneke Buschgens

Niets van wat hier geschreven wordt mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VrouwenThrillers.nl en de auteur. 


Ondanks dat het geschrevene met alle zorgvuldigheid wordt geredigeerd kan er toch een foutje in de tekst zijn achtergebleven. Bij constatering daarvan zouden wij het op prijs stellen dit aan ons door te geven en een mail te sturen naar info@vrouwenthrillers.nl. Ook voor eventuele op-en aanmerkingen kan er gemaild worden naar het genoemde mailadres.



Bezoekersreacties:
Renee Verhagen (59) op 26 augustus 2018:
Ik kom dit verhaal per ongeluk tegen, maar het is zo goed geschreven dat ik in 1 keer alle 12 delen heb gelezen en nu al uitkijk naar het volgende deel. Bravo!

Website Security Test