In gesprek met ... Jeroen Windmeijer
Door: Diane Kooistra op 29 december 2023

Voor de rubriek Vrouwenthriller of niet? las Diane Kooistra de thriller De schaduw van Vermeer geschreven door Jeroen Windmeijer. Daarna legde ze de auteur een aantal vragen voor...



Fotograaf foto Jeroen Windmeijer: Eelkje Colmjon


Je hebt boeken geschreven  over verschillende plaatsen waaronder Leiden en nu Delft. Over welke plaats zou je in de toekomst ook een trilogie willen schrijven?

‘Goede vraag! In Delft ben ik geboren en zat ik op de middelbare school. Op mijn achttiende verhuisde ik voor mijn studie Culturele Antropologie naar Leiden en daar ben ik dus nooit meer weggegaan. Met Delft en Leiden heb ik een heel sterke, persoonlijke band – dat lijkt toch wel een voorwaarde te zijn voor me om erover te kunnen schrijven… Haarlem zou eventueel een stad zijn die ervoor in aanmerking zou komen, hier in de buurt en te vergelijken met Delft en Leiden denk ik. Door mijn vriendschap met Tjarko Evenboer ben ik de laatste tijd regelmatig in Zwolle, ook een geschikt decor. Maar na “Delft” is mijn blik eerst gericht over de grens, ik zit te denken aan een Midden-Oosten trilogie: Egypte, Israël en Turkije.’

Je vertelt in het nawoord over jouw studie Culturele Antropologie, waar zit hierin de link met de kunstwereld?

‘Bij de studie Culturele Antropologie wordt het je al snel duidelijk dat wij mensen niet zo veel van elkaar verschillen. Door alle tijden heen en op alle plaatsen in de wereld worden we geconfronteerd met dezelfde soort problemen of vragen. Hoe kom ik aan eten? Met welke kleding en in wat voor huis kan ik me beschermen tegen de elementen? Met wie mag ik wel of niet trouwen? Waartoe zijn wij op aarde? Ook universeel is het verlangen van de mens om op een creatieve wijze uiting te geven aan wat er in hem of haar omgaat. Dat kan in de vorm van een tekening of schilderij zijn, muziek, zang of dans of wat dan ook. Er zijn rotsschilderingen gevonden van 40.000 jaar oud, dus blijkbaar zit die creatieve drang van heel vroeg af aan al heel diep in ons. Dat vind ik fascinerend. Zelf ben ik niet heel erg muzikaal en kan ik niet zo goed tekenen, schrijven is voor mij de vorm geworden waarmee ik mijn creativiteit kan uitdrukken. Ik denk dat iedereen een bepaald creatief talent heeft, echt iedereen, maar dat lang niet iedereen dat serieus onderzoekt bij zichzelf.’

Nederland heeft verschillende beroemde schilders gehad, waarom heb je voor Vermeer gekozen?

‘Dat was gemakkelijk eigenlijk. In de eerste plaats natuurlijk, omdat ik zijn schilderijen heel erg mooi vindt! Het zijn net foto’s die hij gemaakt heeft, alsof hij een kamer binnenkwam, een foto nam en weer wegging – heel ongewoon voor die tijd. Toen ik het idee opvatte om een trilogie over mijn geboortestad te schrijven, kwam vanzelfsprekend het koningshuis bij me op – in Delft kun je daar niet omheen natuurlijk. Ik heb nog gedacht aan Antoni van Leeuwenhoek, maar die hield zich met natuurwetenschappen bezig en daar ben ik minder in thuis. De schilder Johannes Vermeer was eigenlijk een logische keuze voor een boek. Wat we van hem weten, past bij wijze van spreken op een half A4’tje. Er zijn zoveel vraagtekens rond hem en zoveel witte vlekken in zijn geschiedenis – ideaal voor een schrijver als ik. Er was heel veel ruimte om mijn fantasie de vrije loop te kunnen laten.’

Verzamel je zelf ook kunst? Welke schilder naast Vermeer kan jou inspireren? 

‘Nee, misschien als ik die internationale bestseller schrijf, hahaha… Ik heb wel originele werken in huis van Dennis Kwant, een vriend van mij die kunstenaar is. Hij heeft een geweldig mooi portret van mij gemaakt, op een soort van steigerhout. Verder hou ik heel erg van realistische kunst zoals bijvoorbeeld Carel Willink of Charley Toorop. En van expressionisten en impressionisten. En van religieuze kunst, met name van scènes uit het Nieuwe Testament, dat vind ik eigenlijk meestal wel mooi.’

Hoe is het alleen schrijven bevallen nadat je meerdere boeken met Jacob Slavenburg hebt geschreven, heb je dit totaal anders ervaren dan samen schrijven?

‘Ik blijk het dus ook alleen te kunnen hahaha, grapje. Ik heb natuurlijk meer boeken alleen geschreven dan met iemand anders, maar het is inderdaad een heel ander proces. Bij de boeken met Jacob was de rolverdeling heel duidelijk: het verhaalidee en vrijwel al de theoretische kennis kwam van hem. Ik schreef het en ieder hoofdstuk legde ik dan aan hem voor, als een soort feuilleton. Het boek Openbaring met Tjarko Evenboer was het schrijfproces meer 50/50 verdeeld – al waren het idee en het zeer uitgebreide script, waar we ons boek op baseerden, van hem. Het heeft voor- en nadelen. De voordelen zijn natuurlijk dat je je aan elkaars kennis kunt laven, dat wat de ander heeft geschreven jou ook inspireert en dat het niet zo eenzaam is. De nadelen zijn natuurlijk dat je soms water bij de wijn moet doen, allebei, en dat je niet in je eentje de beslissingen kunt nemen. Ik vind het allebei leuk om te doen, zowel alleen schrijven als samen met iemand.’

Ik las iets op social media over CrimeSquad, waarin je gaat samenwerken met enkele auteurs. Wil je hier iets meer over vertellen?

‘Ja, als je het dan toch over samenwerken hebt… Samen met thrillerauteurs Marieke Damen, Joyce Spijkers en Sander Verheijen – hij publiceert onder het pseudoniem Jens Vern – vormen we het collectief CrimeSquad. Het idee is dat we elke maand een kort verhaal publiceren, geïnspireerd op een nieuwsbericht, in een telkens wisselend duo. Het leuke daarvan is in de eerste plaats de samenwerking natuurlijk, schrijven kan een tamelijk eenzame bezigheid zijn. En ook de instant gratification, je hoeft niet een jaar of langer te wachten totdat je werk gepubliceerd wordt. Ieder verhaal wordt binnen een maand als e-book en als audioboek gepubliceerd. Binnenkort zullen we écht naar buiten treden en dan zal er meer bekend worden.’

Je organiseert wandelingen door Leiden en Delft en begeleidt dan lezers door de stad door te vertellen over jouw boeken. Hoe verlopen deze wandelingen en hoe vind je het zelf om deze plekken steeds weer te bezoeken? 

‘Dat is echt heel erg leuk! Ik doe dit meestal met een stadsgids die dan het echte verhaal vertelt, de geschiedenis van een gebouw, een bepaalde historische gebeurtenis, een anekdote die waargebeurd is. Ik lees uit mijn boek scènes voor op plekken waar die zich afspelen. Het is dan heel leuk dat ik over de Waag voorlees, staand op de Catharinabrug, terwijl de lezers achter me dat gebouw ook daadwerkelijk zien. Dan komt je boek echt tot leven. Ik doe die wandelingen – bij mijn Leidse trilogie en nu ook bij De schaduw van Vermeer in Delft – alleen nog op verzoek. Er zijn leesclubs die mijn boek hebben gelezen en er echt een dagje uit van maken dan, of een personeelsuitje of een verjaardag waarbij de jarige een wandeling cadeau heeft gekregen. De plekken kan ik inmiddels wel dromen natuurlijk – net als de verhalen die ik erbij vertel – maar doordat de groep telkens weer anders is, is de wandeling nooit hetzelfde.’

Dit boek is onderdeel van een trilogie, kun je iets vertellen over de volgende delen?

‘Ik zei al dat je bij Delft niet met goed fatsoen om het koningshuis heen kunt. Maar over Willem van Oranje is natuurlijk al heel erg veel geschreven, dus ik besloot een andere invalshoek te kiezen, namelijk Balthasar Gerards, de moordenaar van Willem van Oranje. Een heel erg interessante figuur was dat! In januari mag ik een week in het Museum Prinsenhof komen schrijven, dan verkeer ik de hele dag in de omgeving waar mijn boek zich afspeelt. Het derde boek gaat denk ik over Delfts Blauw, al heb ik daar nog geen verhaal bij. Maar dat zal hoe dan ook een mooie omslag opleveren!’

Diane Kooistra



Bezoekersreacties:
Website Security Test