Zou je je even voor willen stellen aan onze lezers? Wie is Olivier van Os en wat doe je zoal in het dagelijkse leven?
Ik ben Olivier, 25 jaar, geboren en getogen in Groningen, maar ik zit momenteel in de afrondende fase van mijn Biomedical Engineering master in Enschede. Vaak pendel ik heen en weer naar Groningen om vrienden te zien, want die stad blijft voor mij toch een beetje thuis. Als ik niet aan het studeren ben, besteed ik mijn tijd graag aan sporten, lezen, en natuurlijk schrijven.
Misschien een leuke fun fact: ik denk dat minimaal 80% van mijn boeken ontstaan en geschreven zijn in de treinen tussen de stations Groningen Centraal en Enschede Kennispark.
Hoe kom je aan het idee voor Lijken liegen niet en Te dood voor woorden?
Het idee ontstond tijdens een vakantie met vrienden in Callantsoog, waar we in een vakantiehuis verbleven. Een van de avonden hadden we niet zo veel te doen (iedereen was moe omdat we de hele dag op het strand waren geweest), dus iedereen ging een beetje zijn/haar eigen ding doen. Ik wilde eigenlijk een serie kijken, maar ik had de week ervoor Pretty Little Liars voor de 4e keer uitgekeken (mijn favoriete serie). Toen ik geen nieuwe serie kon vinden, werd ik plotseling geïnspireerd door het idee van een paar vrienden in een vakantiehuisje. Ik pakte mijn laptop, schreef in een ruk de proloog en het eerste hoofdstuk (die zich afspelen bij een vakantiehuis), en vanaf dat moment ben ik niet meer gestopt met het verhaal.
Je schrijft in je nawoord dat toen je begon met het schrijven van het eerste deel, je nooit verwacht had het af te maken. Laat staan dat je er twee boeken van zou maken. Kun je hier iets meer over vertellen?
Toen ik begon met het verhaal, had ik helemaal niet de ambitie om het ooit daadwerkelijk uit te geven. Ik begon er tijdens die vakantie puur uit verveling mee. Het was pas anderhalf jaar later, toen ik halverwege was en zo’n 40.000 woorden had geschreven, dat het besef kwam dat ik er eigenlijk iets heel leuks van zou kunnen maken als ik doorzette. Vanaf dat moment heb ik er eigenlijk pas écht serieus werk van gemaakt.
In eerste instantie was het plan om het bij één boek te houden, maar al snel merkte ik dat het verhaal daarvoor te groot aan het worden was. Daarom besloot ik Lijken liegen niet (het eerste eerste deel) af te sluiten met een cliffhanger en ben ik direct aan de slag gegaan met het schrijven van deel 2, Te dood voor woorden.
In het verhaal zijn er twee rechercheurs namelijk Caroline Baak en Marc Evenwood. Waarom heb je ervoor gekozen om Caroline steeds met haar achternaam te vermelden en Marc met zijn voornaam?
Ik krijg deze vraag vaak, maar eerlijk gezegd had ik hier niet echt een diepgaande reden voor toen ik het zo schreef. Ik wilde Caroline neerzetten als een sterk en stoer personage, en ik vond dat haar achternaam gebruiken daar goed bij paste. Het creëert naar mijn idee een zekere afstand en professionaliteit. Daarnaast is Marc een van de weinigen die haar bij haar voornaam noemt, wat hun hechte vriendschap benadrukt en een persoonlijker element toevoegt aan hun relatie.
Was het moeilijk om een uitgever te vinden?
Absoluut. Ik heb heel wat uitgeverijen benaderd en meerdere afwijzingen ontvangen, maar ik denk dat dat voor bijna elke schrijver een normaal onderdeel van het proces is. Gelukkig zag Jitske Kingma van uitgeverij Elikser de potentie in mijn verhaal, en daar ben ik nog steeds ontzettend dankbaar voor.
Wat is je drijfveer geweest om te gaan schrijven?
Zoals ik eerder zei, begon ik eigenlijk uit verveling, maar vanaf het eerste moment werd ik verliefd op het schrijfproces. Ik merkte dat ik zelf heel benieuwd was naar hoe het verhaal zich zou ontwikkelen en hoe de personages zich zouden redden uit de situaties waarin ze terechtkwamen (ik wist zelf namelijk voor de helft van de tijd ook niet hoe het zou aflopen). Maar zelfs nadat ik deel 2 had afgerond – voorlopig het laatste deel van de serie – miste ik niet alleen het verhaal, maar ook het schrijven zelf. De avonden waarop ik alleen in mijn kamer achter mijn laptop zit, met een kaarsje aan en mijn favoriete muziek op de achtergrond, terwijl ik een compleet fictief verhaal bedenk, zijn voor mij de beste momenten van de week.
Welke boeken lees je zelf graag en heb je een favoriete auteur?
Vroeger las ik bijna alleen maar thrillers en detectives, en Robert Bryndza was toen absoluut mijn favoriete auteur. Door BookTok ben ik echter veel andere genres gaan ontdekken, zoals feelgood, fantasy en romance. Toch blijven thrillers en detectives mijn favoriete genre om te lezen, daar kan ik nog steeds het meest van genieten, en is Freida McFadden mijn nieuwe favoriete auteur.
Ben je al met een nieuw boek bezig en zo ja, kun je een tipje van de sluier oplichten?
Ja, ik ben zeker bezig met een nieuw verhaal dat ik samen met een vriendin heb geschreven!
Het boek gaat over Lisa, een columniste die tot nu toe haar leven volledig heeft ingericht naar de verwachtingen van anderen. Ze heeft een nette relatie, een keurige baan en een kring van respectabele vrienden — alles om maar niet op haar vader te lijken. Wanneer ze met bevriende collega's naar Zakynthos reist om voor een natuurblad te schrijven over de schildpaddenpopulatie, komt ze ineens in aanraking met haar diep weggestopte en lang onderdrukte verlangens. Deze reis dwingt haar om keuzes te maken die haar leven voorgoed kunnen veranderen.
De eerste versie is al klaar en we hebben net de feedback van een paar proeflezers ontvangen, dus daar zijn we nu druk mee bezig.
Zelf ben ik ook nog bezig met een fantasy, maar daar kan ik nog niet al te veel over zeggen.
Zou je nog iets tegen onze lezers van VrouwenThrillers willen zeggen?
Als laatste wil ik VrouwenThrillers gewoon bedanken voor hun enthousiasme en interesse in mijn werk! Voor de lezers hoop ik dat mijn boeken jullie evenveel plezier bieden als het schrijven ervan mij heeft gebracht. Ik kan niet wachten om te horen wat jullie ervan vinden. Veel leesplezier!