In gesprek met Roselien Herderschee & Lotje Steins Bisschop
Door: Nynke Koenen op 31 januari 2024

Mailinterview Roselien Herderschee & Lotje Steins Bisschop n.a.v. hun boek: ‘Dodelijke gekte – over moordenaars met een stoornis’






Wat was de reden waarom jullie vonden dat dit boek geschreven moest worden?

Roselien: ‘Moordzaken roepen veel op en dat is ook te begrijpen. Het leed voor de slachtoffers en nabestaanden en de schok die het in de samenleving veroorzaakt is – logischerwijs – enorm. 
Wij zoomen in op een klein deel van de daders: de moordenaar met een stoornis. Dat doen wij om verschillende redenen. 
Ten eerste: dit is een kleine groep die grote, belangrijke vragen oproept. Kwesties die niet alleen relevant zijn voor mensen die (professioneel) met moordzaken te maken hebben, maar eigenlijk voor iedereen. Want: hoe moeten we (als samenleving) omgaan met mensen die in verwarde toestand iets verschrikkelijks en onomkeerbaars doen, mensen die vanuit een stoornis een ander doden? Wie zijn die mensen precies? Moeten ze bewaakt of behandeld worden? Gaan ze dan naar een gevangenis of een instelling? En, uiteindelijk: wanneer is iemand niet meer verantwoordelijk voor wat hij doet?
Het gaat dus over de – vaak vage – grenzen tussen ziek en gezond, verantwoordelijkheid en schuld, over ons eigen rechtsvaardigheidsgevoel en beeldvormingsproces. Dit zijn kwesties die niet alleen over daders gaan, maar over alle mensen – bij de moordenaar met een stoornis zijn ze alleen wel fors uitvergroot.’

Lotje: ‘Er is nog een reden waarom wij vonden dat er een boek over moest komen: in een boek is het mogelijk om alle lagen en nuances die in deze vragen verborgen liggen goed uit te kunnen diepen. Wij hebben hier vier jaar onderzoek naar gedaan. We bezochten strafzaken, spraken met daders, luisterden naar verhalen van slachtoffers en nabestaanden en spraken ook met anderen, zoals: rechters, officieren van justitie, strafrechtadvocaten, psychiaters en psychologen. Ook hebben we juridische uitspraken, wetenschappelijke forensische onderzoeken en filosofische literatuur uitgebreid bestudeerd. In een boek konden wij deze – vaak technische en complexe – materie op een toegankelijke manier naar voren te brengen, zonder de (wetenschappelijke) diepgang te verliezen.’ 


Dodelijke gekte is niet het eerste boek dat jullie samen hebben geschreven. Wat is jullie rolverdeling bij het schrijven en is dit bij elk boek hetzelfde?

Roselien: ‘In eerdere samenwerkingen deden we zowel de research als het daadwerkelijke schrijfwerk samen: we maakten (letterlijk) elkaars zinnen af. Bij dit boek was het net even anders. Hier hebben we alle jaren aan research samen gedaan, maar doordat ik een nieuwe baan kreeg vormde Lotje dit onderzoek uiteindelijk om tot een boek, een proces waar ik wel heel nauw betrokken bij ben geweest.’ 

Jullie halen meerdere keren aan dat jullie tijdens het onderzoek voor dit boek veel gruwelijkheden te horen krijgen. Hoe zijn jullie hier mee omgegaan?

Lotje: ‘Veel moordzaken uit dit boek hebben ons inderdaad ook persoonlijk geraakt. Flarden uit vonnissen, zinnen uit nieuwsberichten en fragmenten uit zittingen spookten vaak langdurig door ons hoofd, en soms, op een onverwacht moment, liepen de rillingen over de rug. Vaak spraken we erover, of zochten we afleiding in iets alledaags. 
Maar we realiseerden (en realiseren) ons tegelijkertijd maar al te goed dat het échte leed natuurlijk in de eerste plaats bij de slachtoffers en hun nabestaanden zit. De gruwelijkheden die zij moeten verwerken, de pijn waarmee zij verder moeten leven en het onuitwisbare leed dat hun is aangedaan – het is verschrikkelijk.’ 

Veel thema’s raken jullie vluchtig aan. Kunnen jullie je voorstellen dat er een vervolg komt op Dodelijke gekte waarbij sommige onderwerpen meer worden uitgediept?

Roselien: ‘In ons boek hebben we juist niet ‘vluchtig’ willen zijn, maar we hebben vooral duidelijk willen maken dat ‘de’ moordenaar met een stoornis niet bestaat. Iedere zaak heeft zijn specifieke kenmerken, elke moordzaak is weer anders. Wij leggen daarom het systeem dat erachter zit bloot. En dat bestaat uit drie, of eigenlijk vier lagen, die allemaal met elkaar verbonden zijn en die wij een voor een uitdiepen in het boek. 
Als eerste bespreken wij de psychologische/ psychiatrische visie oftewel het werk van pro Justitia rapporteurs. Zij houden zich bezig met de vraag of er sprake is van een stoornis. Daarnaast moeten zij de rechter adviseren over de toerekenbaarheid van de dader. 
Tegelijkertijd is er een juridische tak die moet bepalen hoe opzettelijk iemand heeft gehandeld. Dit bepaalt bijvoorbeeld of er sprake is van moord of van doodslag. 
De derde laag is een filosofische, die, als je hem helemaal afpelt neerkomt op de vraag of wij mensen een vrije wil hebben – en wat dat betekent voor ons verantwoordelijkheidsbegrip. 
En in de vierde laag hebben we onderzocht hoe onze beeldvorming werkt bij zaken die zo verschrikkelijk zijn dat we er het liefst niets mee te maken hebben, iets dat we onderbouwen met psychoanalytische theorieën. 
Uiteindelijk komen al deze aspecten samen in de moordenaar met een stoornis, en ook dat laten we in ons boek zien.’ 

Lotje: ‘En over de vervolgvraag: regelmatig worden wij gevraagd om enkele onderdelen uit ons boek toe te lichten, bijvoorbeeld op lezingen voor professionals, op universiteiten of op filosofische avonden. Ook hebben we in stukken voor bijvoorbeeld NRC en Het Parool elementen uit ons boek onder de aandacht gebracht. Zowel de lezingen als de essays geven/schrijven we met veel plezier, dus in die zin zou je dit kunnen zien als een ‘vervolg’. Het is alleen niet zo dat in deze vervolgen de onderwerpen meer zijn uitgediept, het is eerder het omgekeerde: we stippen relevante onderwerpen aan die we in ons boek uitgebreider aan de orde komen.’ 

Welk verhaal heeft het meeste indruk op jullie gemaakt bij het schrijven van dit boek?

Roselien: ‘Wij zijn vrij diep in elke moordzaak gedoken, dus elke zaak die we beschrijven is wel een periode onder onze huid gaan zitten. We lazen de vonnissen, hoorden nabestaanden spreken in de rechtszaal of lazen de boeken die nabestaanden hebben geschreven. Dat maakte een diepe indruk op ons. Tegelijkertijd spraken we ook vele professionals die soms dagelijks met deze materie te maken hebben. Zo spraken we rechter Frank Wieland over het Holleeder-proces en over de eerste keer dat hij een levenslange gevangenisstraf oplegde. En we interviewden bijvoorbeeld ook strafrechtadvocaat Job Knoester en hoorden over de vele bedreigingen waar hij mee te maken krijgt. Stel je maar eens voor dat je je werk moet doen terwijl je doodsbedreigingen of ‘ze moeten je dochter verkrachten’ naar je hoofd geslingerd krijgt. En ook de verhalen officieren van Justitie, de recherche of de tbs-behandelaren die dag in dag uit met hun voeten in de modder staan maakten diepe indruk. En dan hebben we er nu nog heel veel niet genoemd…’

Hoe zijn jullie gekomen tot de voorbeelden van zaken die jullie aanhalen?

Lotje: ‘Elke strafzaak in ons boek hebben we gekozen met een doel: ze moeten een verbinding maken tussen de theorie en de praktijk. Zo maken we bijvoorbeeld de gelaagdheid van het begrip ‘toerekenen’ inzichtelijk aan de hand van strafzaken die dat goed laten zien. Hetzelfde doen we met strafzaken die invoelbaar maken waarom het juridische opzet-begrip niet altijd zwart-wit is. Kortom: de zaken moeten duidelijk maken wat de onderliggende wetenschappelijke of theoretische laag inhoudt, en tegelijkertijd een realistisch beeld geven van de praktijk.’ 

Hoe zijn jullie gekomen tot de keuze van de cover van dit boek?

Roselien: ‘Die is ontworpen door grafisch ontwerper Nanja Toebak. Wij vinden het knap hoe zij de verschillende vragen die in het boek zitten heeft om kunnen vormen tot een beeld.’ 

Wat willen jullie bij de lezer bereiken met Dodelijke gekte?

Lotje: ‘Het werkveld van de mensen die opereren in de systemen ‘achter’ de moordenaar met een stoornis is ongelooflijk moeilijk. Aan de ene kant zijn er slachtoffers van ernstige delicten, aan de andere kant moet er ingezoomd worden op de dader. Dat zijn natuurlijk twee contrasterende velden. Dat is an sich al moeilijk, maar in een wereld die toenemend polariseert al helemaal. Wij hebben inzichtelijk gemaakt hoe deze systemen werken en de stemmen van de professionals uit deze systemen laten horen. Wij willen de complexiteit van dit onderwerp bij een breed publiek onder de aandacht brengen. Zo hopen we, in een tijd die toenemend polariseert, ruimte te maken voor verheldering en nuance.’ 

Kunnen jullie voorbeelden van thrillers noemen waarin de moordenaar geloofwaardig en realistisch wordt neergezet?

Roselien: ‘Een belangrijk punt van ons boek is juist dat ‘de’ moordenaar niet bestaat. Maar als het gaat om een realistisch beeld zou ik je aanraden om te kijken naar journalistieke producties als de documentaireserie In de TBS. Op een toegankelijke wijze laat deze serie zien hoe complex daders met een psychiatrische stoornis kunnen zijn, zonder deze mensen weg te zetten als ‘monsters’.’ 

Wat heeft het schrijven van Dodelijke gekte jullie zelf gebracht als het gaat om jullie denkbeelden over moordenaars?

Lotje: ‘Wij hebben vooral inzicht gekregen in de dynamische werkelijkheid die schuilgaat achter de moordenaar met een stoornis, een wereld die misschien eenduidig lijkt, maar dat niet is.’ 

Hebben jullie al plannen voor een volgend boek?

Roselien: ‘Samen zijn we nu vooral bezig met Dodelijke Gekte in de wereld te zetten. We zijn bezig met lezingen, interviews en schrijven af en toe stukken over elementen uit ons boek. Verder schrijft Lotje momenteel aan een kinderboek en is Roselien druk met haar opleiding tot social worker. Op dit moment dus nog geen gezamenlijk nieuw boek, maar wie weet wat de toekomst ons brengt. Elkaars zinnen maken we nog steeds…’ 

Lotje: ‘… af’. 

Nynke Koenen



Bezoekersreacties:
Website Security Test