Marijke Verhoeven
Door: Wendy op 11 juli 2020

Marijke Verhoeven heeft een aantal van haar thrillers met succes herschreven. Onder invloed is vorige maand verschenen en met veel enthousiasme door een van onze recensenten gelezen. Wij hadden wel wat vragen voor Marijke en legde die aan haar voor ...




Drie van jouw eerdere thrillers zijn herschreven. Is jouw schrijfstijl door de jaren heen veranderd of zijn er andere verschillen te noemen? 

Mijn schrijfstijl is zeker veranderd. De eerdere uitgaven van Onder mijn huid, Onderschat en Onder invloed waren veel ruwere versies. Zonder mijn eerdere uitgever te kort te willen doen, markeren die oude edities echt mijn eerste stappen op het schrijversvlak. Onder de vleugels van de Crime Compagnie heb ik een eigen stijl kunnen ontwikkelen, zonder dat ik daarin word vastgepind op een bepaald format. Dat deze drie boeken via de Crime Compagnie een tweede kans hebben gekregen, vind ik heel fijn. Bij Onder mijn huid en Onderschat is best veel te herkennen uit de oude boeken, maar ik heb ruimschoots geschrapt, waardoor de verhalen meer snelheid kregen. Je zou kunnen zeggen dat Onder invloed behalve een nieuwe jas een volledig andere voering heeft gekregen, eentje die is vastgezet met stiksels uit de oorspronkelijke versie. 

Waar moet een echte thriller aan voldoen volgens jou? 

Het verhaal moet vanaf de eerste bladzijden pakkend zijn. Dat kan met spannende entree of door een karakter dat direct fascineert. Ik vind het zelf boeiend als je tijdens het lezen van een thriller een soort onderhuidse spanning ervaart die bij je blijft tot het slot. Dat betekent dat er vaart in het verhaal moet zitten, en daarbij is het de kunst om de karakters en dan vooral die van de hoofdpersonages wel voldoende diepgang mee te geven. Dat kan soms een uitdaging zijn. 

Schrijf je het liefst over een onderwerp dat ver van je af staat of juist waar je bekend mee bent? 

Eigenlijk beide wel. Het is natuurlijk gemakkelijker om te schrijven over onderwerpen waar je veel over weet of waar je persoonlijk ervaring mee hebt. Maar iets compleet nieuws is ook goed voor je eigen ontwikkeling, zowel als schrijver, als persoonlijk. Ik ben nieuwsgierig van aard, maar wel wat ongeduldig. En geduld heb je wel nodig bij het schrijven en bij research. 

Wat heb je de afgelopen jaren zelf geleerd wat het schrijven van fictie aangaat? Heb je het idee dat je nog steeds groeit en in de afgelopen jaren bent gegroeid in dit vak? 

De afgelopen jaren heb ik enorm veel geleerd in het schrijven van fictie. Met name sinds ik voor De Crime Compagnie werk. Voorheen gaf ik vaak veel informatie, vooral over de gedachtegang van de hoofdpersoon. Ook liet ik erg veel ruimte voor allerlei bijzaken die ik zelf misschien wel fantastisch vond, maar die de lezer onnodig afleiden. Bij de Crime Compagnie heb ik geleerd beter te focussen op wat er echt toe doet in een verhaal. En vooral te werken met het motto ‘Show, don’t tell’. Dit betekent dat je door beeldend te schrijven, de lezers meer betrekt bij het verhaal, ze kunnen als het ware ervaren wat er gebeurt. Ik heb het idee dat ik daarin nog steeds groei, met ieder boek zit er progressie in mijn schrijven. Iets wat in mijn beleving ook normaal is bij een schrijver. Iedere auteur vindt zijn of haar laatste boek vaak toch het beste. 

Momenteel werk je aan een historische detective. Kun je daar wat meer over vertellen? 

In 2018 werd ik door de lokale historische vereniging gevraagd met hen een thema-avond te organiseren rond een onopgeloste moord uit 1917. Vanuit de vereniging was het de bedoeling om gebeurtenissen die ooit spraakmakend waren in de omgeving, nog weer eens onder de aandacht te brengen. We hebben daarvoor veel onderzoek gedaan in archieven, maar ook dorpsbewoners gevraagd naar herinneringen van ouders en grootouders. Dat was enorm interessant en leuk om mee te maken. Er kwamen bijzondere antwoorden naar boven. Helemaal fantastisch was het dat we familieleden van het slachtoffer konden traceren. Dat waren bijzondere ontmoetingen. Een jaar voordat ik me erin verdiepte, had ik al een krantenartikel bewaard over deze zaak, omdat het me een uitdaging leek erover te schrijven en de moord fictief alsnog op te lossen. Vorig jaar had ik een start gemaakt met dit boek, maar door persoonlijke omstandigheden heb ik dit op een laag pitje moeten zetten. Een historische detective vergt intensief onderzoek, want het verhaal en de gebeurtenissen moeten qua tijdsbeeld wel verantwoord zijn. Dus dat boek komt er zeker, maar ik wil daar wel de tijd voor nemen. In de tussentijd werk ik wel aan iets anders, niet alleen omdat ik er intens van kan genieten om een boek te creëren, maar ook omdat ik het als een geruststelling ervaar om de verhalen in mijn hoofd op papier te zetten. 

Wat lees je zelf graag? Heb je favoriete auteurs?  

Ik lees graag romantische thrillers, zoals nieuw werk van Nora Roberts, van Karen Rose of Viveca Sten. De combinatie van romantiek met een dosis misdadige spanning heb ik altijd leuk en boeiend gevonden. Daarom heb ik er zelf voor gekozen om die genres met elkaar te verweven. De Fjällbacka-serie van Camilla Läckberg vind ik overigens ook geweldig goed. 

Wat neem je mee naar een onbewoond eiland? (het mogen geen personen zijn) 

Behalve een stapel boeken, ook pen en papier. Al was het niet om te schrijven, dan wel om te tekenen. 

Wat is het meest bijzondere dat je ooit is overkomen omdat je schrijver bent? 

Dat is toch wel de opmerking dat een redacteur was gaan speuren waar Kenning precies ligt. Ze vond de sfeer op het eiland zoals ik die beschreef dusdanig intrigerend dat ze er graag op vakantie naartoe zou willen gaan. Dat vond ik een groot compliment voor het fictieve Deense eiland dat ik heb gecreëerd met mijn serie. (De beproeving, De laatste adem en Het geschenk.) Ook vind ik het nog steeds erg bijzonder om te ervaren hoe ik met woorden karakters tot leven kan brengen, en dan zelfs dusdanig dat ze soms heel andere dingen gaan doen dan dat ik eerder voor ze in gedachten had. 

Welke vraag hoop je dat een lezer nooit aan je zal stellen? 

Je mag me alles vragen, ik kan natuurlijk zelf kiezen of ik iets beantwoord 😉. Wel vind ik het belangrijk om de gezichten die ik me voorstel bij de personages, voor mezelf te houden. Dat is beter voor de verbeelding van de lezer. Er wordt me overigens regelmatig gevraagd of er autobiografische elementen in mijn boeken zitten en natuurlijk zitten die er in. Maar ik heb gelukkig niet alles zelf hoeven meemaken. Grappig is dat juist mijn man over erotische scenes zoals in bijvoorbeeld Zomerhitte vragen gesteld kreeg en ik niet. Daar hebben we wel heel erg om gelachen. 

Als je een dag mag ruilen met een beroemd persoon (mag ook een overledene zijn). Wie zou dat zijn en waarom? Wat zou je die dag gaan doen? 

Ik zou een dagje willen ruilen met Nora Roberts, J.K. Rowling of met Lucinda Riley. En dan zou het gewoon een werkdag moeten zijn. Het lijkt me heel interessant om te ervaren of het schrijversbrein van een van die auteurs misschien wel heel anders functioneert dan dat van mij.

Wendy



Bezoekersreacties:
Website Security Test