Aline in gesprek met Bernice Berkleef
Door: Aline van Wijnen op 13 april 2020

Voor iemand die vrijwel wekelijks een thriller uitleest is het zowat onvergeeflijk: tot een paar maanden geleden kende ik Bernice Berkleef nog niet. Haar thrillerdebuut Cody is in 2018 uitgegeven door The House of Books. Haar tweede thriller Bloedsteen verschijnt op 14 april. En ik kan een ding vertellen: na het lezen van dit boek zal ik deze jonge thrillerschrijfster beslist in de gaten houden. Helaas ging onze afspraak niet door vanwege de huidige beperkingen, maar Bernice nam de tijd om mijn vragen per mail te beantwoorden. 






Bernice, ik heb met veel plezier Bloedsteen gelezen, dat was mijn eerste kennismaking met je werk en het smaakt naar meer. Ik zou je graag beter willen leren kennen als auteur, maar ook als mens. Hoe oud ben je? Waar woon je? Heb je een baan naast het schrijven? Wat zijn je hobby's? Wat is je favoriete vakantieland, eten en muziek?  

Ik ben net 34 geworden en ik woon samen met mijn man en onze twee jonge kinderen in een typische Vinex wijk in Amstelveen, waar kinderen (normaal gesproken) nog de hele dag op straat spelen. Ik schrijf thrillers voor The House of Books, daarnaast werk ik op freelance basis voor verschillende bladen en ben ik medeoprichter van The Book Company, een bedrijf dat zich richt op ondernemers en hoe je succesvol geld uit de markt kunt halen. Mijn schrijfwerk is mijn grootste hobby, verder hou ik van lezen en word ik gelukkig van alles wat we samen als gezin doen. Een simpele picknick kan helemaal mijn dag maken. Ik heb iets met Indonesië; vanaf het moment dat ik daar vanuit de luchthaven naar buiten stap, voel ik dezelfde kalme tevredenheid als wanneer ik na een vakantie thuiskom. Ook de Antillen en Ibiza staan bovenaan het lijstje. 
Ik ontleen een grote mate van geluk aan lekker eten, dat voor mij gelijkstaat aan genieten, aan gezelligheid. Je kunt me wakker maken voor een portie nachos van mijn favoriete Argentijn. Qua muziek hou ik eigenlijk van alles waar je op kunt dansen en wat zwoel en zomers klinkt. Oude favorieten zijn Juan Luis Guerra, Bob Marley en UB40. Mijn man en ik hebben dezelfde quilty pleasure; de rap, hiphop - en R&B hits uit onze middelbareschooltijd én die van nu. Als wij samen op de bank een wijntje drinken hoor je niets anders dan Sean Paul, Ja Rule, DMX, Ronnie Flex… 

Op Instagram plaats je regelmatig foto's van twee schattige kinderen. Het lijkt me heel lastig om de tijd te vinden om te schrijven met een druk gezin. Hoe doe je dat? 

Normaal gesproken werk ik in de ochtend van 09:00 uur tot 13:00 uur. Daarna komt mijn jongste thuis van het kinderdagverblijf. Vanaf dan ben ik er voor de kinderen en meestal pak ik dan in de avond nog twee of drie uur, tot uiterlijk 21:00 uur. Dat komt neer op ongeveer zes uur per dag. Nu, met de Coronacrisis, is het meer schipperen. Gelukkig vormen mijn man en ik een sterk team. 

Bloedsteen is je tweede thriller, maar ik zou nooit hebben gedacht dat je pas aan het begin van je schrijfcarrière bent. Heb je een schrijfopleiding gevolgd? Wat was je leerweg? 

Ik heb nooit een schrijfopleiding gevolgd, maar wel altijd al geschreven. Mijn eerste ‘boek’ schreef ik op mijn twaalfde. Toen ik tweeëntwintig was, werd een jeugdboek van mij genomineerd voor de Vlaamse prijs voor beste jeugdliteratuur. Dat gaf me het zelfvertrouwen voor het schrijven van een Young Adult Fantasy boek, dat ik in eigen beheer uitgaf. Dat is een enorm uitdagend proces, waar ik heel veel van heb geleerd. Een belangrijk voorbeeld is dat je je werk door zo veel mogelijk professionals moet laten beoordelen. Hun feedback bracht me steeds een stap verder. Op mijn 28e schreef ik mijn eerste thriller, die werd uitgegeven door The House of Books en kreeg ik de kans om een van hun vaste thrillerauteurs te worden. 

The House of Books is een grote uitgever. Hoe ben je daar terecht gekomen?  

Een van de beste boekverkopers die ik ken wilde mijn manuscript aanbevelen bij Hollands Diep, van Overamstel Uitgevers. De redacteurs waren enthousiast, maar oordeelden dat mijn werk beter paste bij het fonds van The House of Books. Ik verwerkte al hun opmerkingen, waarna de uitgever van The House of Books het wel wilde lezen. Hij gaf aan dat ze niet zozeer op zoek waren naar iemand met één leuk verhaal, maar naar een auteur die hen het liefst elk jaar van een goede thriller kon voorzien. Hij wilde mij voordragen bij het bestuur. Uiteindelijk heeft er dus een procedure van ‘drie rondes’ plaatsgevonden, waarna The House of Books mij een contract aanbood. Vier weken na de geboorte van mijn zoontje werd ik uitgenodigd op het kantoor en lag er chocola en champagne klaar om het te vieren. Ik was nog een beetje gammel en voelde de bubbels al bij de eerste slok in noodtempo naar mijn hoofd stijgen. De glimlach waarmee ik mijn handtekening zette, verdween die week niet meer van mijn gezicht. 

Je eerste boek was dus een Young Adult. Ben je nu definitief overgestapt naar een ander genre of kunnen wij in de toekomst meer YA-boeken van je verwachten?

Ik vind het thrillergenre heel prettig werken en het is mijn wens om groot te worden op dit gebied. Toch zal ik altijd een zwak voor fantasy blijven houden en zullen er ooit nog wel meer YA- en jeugdverhalen van mijn hand verschijnen. 

Je debuutthriller Cody is in 2018 verschenen en fantastisch ontvangen. Heb je tijdens het schrijven van Bloedsteen druk gevoeld om Cody te overtreffen of houd je je daar niet mee bezig? 

O, zeker wel. Ik heb een enorme druk gevoeld, wat heeft geleid tot een zeer matig volgend verhaal, dat gelukkig niet is uitgegeven. Dat voelde als falen en gaf wel even een knauw, omdat ik me gewoonlijk zo zeker voel tijdens het schrijven. Ik dacht: je hebt het nu even verpest en geleerd dat forceren niets oplevert. Als je alsnog een goed verhaal wilt schrijven, moet je alles loslaten; de uitgeverij, de boekhandelaren, de lezers, de reviews, alles. Doe gewoon precies wat jíj wilt, alsof je weer puur voor jezelf schrijft. Toen klikte het weer in mijn hoofd en acht maanden later was Bloedsteen geschreven. 

In Bloedsteen beschrijf je Jakarta zo levendig alsof je er zelf bent geweest. Is dat zo? En wat was eerst: je bezoek aan Jakarta of het idee voor dit boek? 

Ik ben nooit in Jakarta geweest, maar met getuigenissen van vrienden en kennissen en de informatie en foto’s op het internet en in boeken, kom je een heel eind. 

Jappenkampen en hun nasleep voor de overlevenden is een vrij onverwacht thema voor een jonge thrillerschrijfster. Hoe kwam je op dit idee? 

Als mensen kunnen reïncarneren en dit bij mij het geval is geweest, dan móet mijn vorige leven zich hebben afgespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik heb van kleins af aan een haast ongezonde fascinatie voor dit onderwerp. Iedereen weet van de concentratiekampen in Europa, de hongerwinter, kristalnacht, bijltjesdag… Maar wat er met de honderdduizenden landgenoten is gebeurd die in die tijd in de Indische kolonie leefden, is schrikbarend weinig Nederlanders bekend. De hel van de Jappenkampen, die zelfs op mensen van mijn generatie nog zijn weerslag heeft, is een zwaar onderbelicht onderwerp van de Nederlandse geschiedenis. Ik heb daar altijd al aandacht aan willen schenken in een boek. 

Een scène is mij opgevallen: Ella's ontmoeting met Hettie, een oude vrouw die een Jappenkamp heeft overleefd. Ze vertelt dat ze het nog steeds koud krijgt als ze naar een Japanner kijkt. Heb je je zo in het personage kunnen inleven of heb je een overlevende gesproken?

Ik heb helaas nog nooit met een kampoverlevende kunnen spreken, maar ik heb alles over dit onderwerp gelezen wat los en vastzit, qua boeken én op het net. Ik heb alle documentaires, alle films, museumstukken bekeken. Zo kan je jezelf een beeld verschaffen dat enigszins in de buurt van de werkelijkheid komt. 

De verschrikkelijke kampcommandant Sonei die de juwelenbuit zich had toegeëigend en verstopt lijkt wel een echt bestaand historisch figuur. Heb je dit personage op iemand gebaseerd? 

Commandant Kenichi Sonei heeft echt bestaan en is wat mij betreft een van de spraakmakendste figuren van WOII. Hij staat symbool voor de Jappenkampen en alle wreedheden die daar hebben plaatsgevonden. Overlevenden getuigden stuk voor stuk dat deze commandant het op zijn heupen kreeg bij volle maan; dan trok hij krijsend, spugend en jankend als een wolf door het kamp. Iedereen geloofde dat hij bezeten was, later bleken een manische depressie in combinatie met een geslachtsziekte de voornaamste reden voor zijn gedrag. Later is hij door een krijgsraad veroordeeld en terechtgesteld. 

In je boek kaart je bepaalde sociaalmaatschappelijke problemen aan. Kinderarbeid en mensenhandel in Azië bijvoorbeeld. Of de drukte van deze tijd wanneer mensen meer met 'de perfecte plaatjes' voor social media bezig zijn dan met elkaar. Is het iets waar je zelf ook vaak bij stilstaat?  

Zeker. Ik kan me sociaalmaatschappelijke problemen, vooral wanneer ze betrekking hebben op kinderen, heel erg aantrekken. Mijn eerste keer Indonesië – ik was elf – bracht niet alleen een gevoel van verbondenheid met het continent, maar ook een gigantisch cultuurshock met zich mee. Voor het eerst zag ik andere kinderen, van wie velen een stuk jonger dan ik, werken en bedelen voor de kost. Dat maakte diepe indruk en ik was er nog lang van uit mijn doen. Dat gebeurt me nog steeds als ik dit soort dingen zie, of het nu ‘live’ is of bijvoorbeeld op het nieuws. Misschien dat ik daarom graag tegen het idee van het perfecte plaatje op social media aan schop. Ik post zelf evengoed foto’s, maar ik begrijp al die fotoshoppende instagrammers niet. Is het – in een wereld waar zó veel aan de hand is, nu echt belangrijk dat op die foto jouw ogen op exact de juiste manier worden geaccentueerd? 

Ik weet uit ervaring dat elk boek dat je geschreven hebt een bijzondere ervaring is. Wat is je het meest bijgebleven tijdens het schrijven van Bloedsteen

Dat ik daadwerkelijk het gevoel had dat ik acht maanden lang op Java zat. De meeste van mijn andere boeken spelen zich af in Nederland. Als je een bepaalde plaats tot leven wil brengen, moet je je zodanig inleven dat het voelt alsof je er zelf bent. Ik schreef dit boek grotendeels in de herfst en de winter en toch was het alsof ik maandenlang in een warme, drukke stad vertoefde. 

Heb je het hele verhaal met alle plotwendingen al in je hoofd voordat je aan het schrijven begint of laat je je verrassen door het verhaal?

Ik typ eerst het volledige plot uit en ga dan aan de slag. Dat geeft houvast. Een enkele keer word ik zelf verrast door een onverwachte plotwending, die ik dan alsnog in het verhaal opneem. 

Zijn er auteurs van wie je standaard elk nieuw boek leest? 

Zo veel … Ik lees bijvoorbeeld alles van Annejet van der Zijl, ik vind haar werk van ongekend niveau. Als Jean Auel met een nieuw boek komt – en dat is zo elke zeven jaar, want het zijn enorme pillen – heb ik het zo snel mogelijk in huis. Van sommige schrijvers lees ik alles meerdere keren, omdat de schrijfstijl zo prettig is. Zo ben ik dol op Marion Pauw, haar boeken zijn mijn ontspanning.

Ik heb Bloedsteen in een ruk uitgelezen en kan niet wachten op je volgende boek. Heb je al plannen? 

Absoluut. Mijn hoofd zit altijd overvol! 

En dat is maar goed ook, want je schrijfstijl was een aangename verrassing, net als de thema’s die je behandelde in dit boek. Ik weet zeker dat ik er als de kippen bij ben als je volgende thriller in de winkels ligt. 
Dank je wel voor het interview, Bernice, en geniet van het succes van Bloedsteen.

Aline van Wijnen



Bezoekersreacties:
Website Security Test