Op jouw website shannadejong.com vertel je al veel over jezelf. Kun jij je nog kort voorstellen aan onze lezers? Wie is Shanna de Jong en wat zijn jouw hobbies? Heb je iets met duiken, zeilen of motorrijden?
Uiteraard! Mijn naam is Shanna de Jong en ik schrijf nogal graag. Ik heb een paar jaar Nederlands gegeven op een middelbare school maar inmiddels werk ik alweer tien jaar als freelance schrijver en ghostwriter. Onder mijn eigen naam schreef ik eerder het Handboek vroeggeboorte. In het dagelijks leven ben ik getrouwd met een hyperactieve gymleraar en ben ik moeder van twee zoons die bij voorkeur in zeven sloten tegelijk lopen. Die echtgenoot in kwestie is toevallig een fanatieke duiker en motorrijder. Wat betreft hobby’s hou ik het zelf graag iets rustiger: ik wandel graag, ik vouw mezelf weleens dubbel tijdens een yogalesje en ik ben gek op koken. Ook verslind ik minimaal honderd boeken per jaar. Voor de geïnteresseerden: ik haalde ooit mijn Klein Vaarbewijs 1 en 2 maar ik word helaas al misselijk als ik naar een zeilboot kijk…
Wat heeft jou er toe gezet om na eerder non-fictie over vroeggeboorte te schrijven, een compleet andere weg in te slaan naar het thrillergenre?
Al zolang ik me kan herinneren ben ik geobsedeerd door verhalen. Ik leerde mezelf lezen toen ik drie was met behulp van de melkpakken op de ontbijttafel en vanaf dat ik acht jaar was schreef ik steevast in vriendenboekjes dat ik schrijver wilde worden. Ik heb er van kleins af aan van gedroomd om fictie te schrijven. Het Handboek vroeggeboorte is een project dat na de vroeggeboorte van mijn jongste zoon min of meer op mijn levenspad werd gesmeten. Destijds had ik veel behoefte aan een boek waarin ik de antwoorden op al mijn vragen kon vinden. Toen dat niet voorhanden bleek, besloot ik om het zelf te schrijven zodat toekomstige ouders van prematuren niet meer tegen dat probleem zouden aanlopen. Fictie bleef echter al die tijd lonken.
Kunt je ons vertellen waar de liefde voor Zeeland vandaan komt?
Mijn moederskant van de familie komt uit Zeeland. Ik bracht vroeger vrijwel elke schoolvakantie bij mijn opa en oma in Wilhelminadorp – het dorp waar Niets gezien zich afspeelt – door. Zeeland heeft voor mij altijd als een tweede thuis gevoeld.
Hoe ben je op het idee gekomen voor Niets gezien?
Ik bedacht dit verhaal midden in coronatijd vlak na de verschijning van het Handboek vroeggeboorte. Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door mensen zonder verleden. Op een regenachtige avond schoot me opeens te binnen dat het weleens interessant kon zijn om een thriller over een vondeling te schrijven. Vervolgens begon ik een beetje te associëren. Beroemde vondelingen zoals Mozes en Romulus en Remus werden gevonden langs de waterkant en daarmee was ik een gedachtesprong verwijderd van het Zeeuwse Wilhelminadorp uit mijn jeugd. De rest is geschiedenis.
Had je zelf invloed op de coverafbeelding?
Een beetje. Als schrijver heb ik meermaals mijn mening mogen geven over verschillende omslagontwerpen. Toen de vormgever dit beeld doorstuurde, klikte er bij mij iets en was ik meteen enthousiast. Voor mijn gevoel geeft dit beeld heel goed de sfeer van mijn verhaal weer zonder teveel in te vullen voor de lezer. Gelukkig dacht mijn uitgever daar hetzelfde over.
Heb je Caro bewust als buitenbeentje neergezet?
Heel bewust. Caro is een bestsellerauteur en ik denk dat het schrijvers eigen is om zich met enige afstand tot de wereld om hen heen te verhouden. Dat geldt ook voor Caro. Ze is eigenzinnig, opmerkzaam en baseert haar keuzes niet op de mening van anderen. Juist door haar deze eigenschappen toe te bedelen, kon ik haar neerzetten als een vrouw die haar eigen plan trekt. En dat komt natuurlijk ook de zoektocht naar de waarheid over de vondeling van het Goese Sas ten goede.
Aram als huisarts heeft allerlei wetten overtreden met het voorschrijven van medicatie. Je tipt dit aan in het verhaal, maar er blijven gevolgen uit. Schrijf je soms een vervolg op Niets gezien?
Ik wil nog niet al teveel verklappen over mijn tweede thriller. Of het een vervolg is op Niets gezien laat ik dus nog even in het midden. Ik vind het in ieder geval een heerlijk vooruitzicht om me de aankomende maanden in het schrijfproces van dit verhaal onder te dompelen.
Wat wordt de titel van de psychologische thriller die je nu aan het schrijven bent?
As we speak heet het Word-bestand op mijn computer Nog steeds geen titel – thriller #2. Ik hoop binnenkort een goede inval te krijgen.
Wil je verder nog iets kwijt aan onze lezers?
Ondanks dat Niets gezien fictie is, zit er heel veel van mezelf in dit boek. Het is mijn eerbetoon aan Zeeland. Het is mijn eerbetoon aan de plek die me zo lief is.